De vijftien verhalen in deze bundel dateren grotendeels uit de eerste twaalf jaar van Vance’s carrière als auteur — 1945 tot 1957 — toen hij vooral voor de pulpmagazines schreef: Thrilling Wonder Stories, Astounding, Startling Stories, Planet Stories, … Ook in deze vroege verhalen zijn Vance’s levendige verbeelding en karakteristieke beschrijvende flair al merkbaar aanwezig. Een kleine greep uit de inhoudsopgave:
De Wereldbedenker: in Vance’s eerste gepubliceerde verhaal, moet luitenant Lanarck op jacht naar de ontsnapte gevangene Kenna Parker. Er is één kleine complicatie: Parker heeft zich verschanst op een wereld die enkel lijkt te bestaan in de verbeelding van Laoome, een wezen dat, net als Vance zelf, in staat is om complete werelden te bedenken…
Ontheemd!: in dit verhaal, dat kort na de Tweede Wereldoorlog werd geschreven, toen de vluchtelingenproblematiek ten gevolge van de gruwelen en de verwoestingen even actueel was als heden, zijn de ontheemden een ras van mensachtigen dat door geologische activiteit uit zijn onderaardse bestaan naar het aardoppervlak wordt gedreven. Maar heel erg welkom zijn ze daar niet.
De verstrooide professor: Professor Sisley acht zijn eigen onderzoek veel belangrijker dan dat van zijn meerdere, ‘Fossiel’ Patcher, en bedenkt de perfecte moord zodat hij zelf Hoofd Astronomie wordt. Maar de lokale sheriff is minder dom dan hij eruitziet.
Deze bundel bevat de volgende verhalen:
De Wereldbedenker en andere verhalen is deel 1 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. De tien eerder verschenen vertalingen (van de hand van Jaime Martijn, Venugopalan Ittekot, Warner Flamen, Annemarie van Ewyck en Mark Carpentier Alting) zijn op diverse punten herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling. De bundel bevat tevens vijf nieuwe vertalingen door Karin Langeveld en Zeno ter Brughe, waarvan de volgende nog niet eerder in het Nederlands zijn verschenen: Ontheemd!, De verstrooide professor, Gids voor Praktische Mensen en Ik bouw uw droomkasteel (de oorspronkelijke versie van het verhaal uit 1947).
Een schriel mannetje op leeftijd met witte haren, een zorgvuldig gecultiveerde sik en fattige maniertjes: niet het voorkomen dat je zou verwachten van een interstellaire speurneus, befaamd wiskundige, beruchte schelm en levensgenieter. Maar wee de tegenstander die het geslepen intellect van Magnus Ridolph onderschat…
In deze tien verhalen aanvaardt Magnus Ridolph, immer krap bij kas, een aantal verbijsterende opdrachten: van het stopzetten van de rituele oorlogvoering tussen de 81 krijger-clans van Kokod, tot het oplossen van een moord waarbij alle verdachten een sluitend alibi hebben. Het mysterie van de uit Chandaria geïmporteerde explosieve sardines, of een idyllisch vakantieparadijs dat geteisterd wordt door vliegende draken en dodelijke zeetorren: met behulp van zijn vernuft en zijn ongebruikelijke werkwijzen brengt Magnus Ridolph iedere zaak tot een verrassende — en tevens lucratieve! — ontknoping.
Dit boek is de eerste volledige Nederlandse Magnus Ridolph editie. Het bevat de twee nog niet eerder vertaalde verhalen Diepgewortelde wrevel en Sanatoris, kort door de bocht.
Inhoud:
Magnus Ridolph is deel 2 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: C. Michael Taylor. Eerdere versies van een aantal van de vertalingen van Jaime Martijn en Pon Ruiter verschenen bij Scala, Rotterdam 1976, en Meulenhoff, Amsterdam 1980 en 1981. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Nadat Samuel Langtry bij toeval de interstellaire ruimte-aandrijving ontdekte, zwermden zijn vijf zonen uit om de melkweg te koloniseren en hun eigen imperiums te stichten op nieuwe werelden: Shaul, Badau, Loristan, Koto en Alpheratz A.
Twintig generaties later bewaken de Zonen van Langtry nog steeds angstvallig het geheim van de ruimtestuwer en is de Aarde een achtergesteld gebied geworden dat maar met mondjesmaat stuwers toegewezen krijgt en zo economisch onder de knoet gehouden wordt.
Paddy Blackthorn van Skibbereen in County Cork is vastbesloten om rijkdom te verwerven en op Akhabats tunnelt hij zich een weg naar binnen in de hyperbeveiligde bunker van de Zonen om er ruimtestuwers te stelen. Maar een en ander verloopt niet volgens plan, en voor Paddy er erg in heeft wordt hij de meest gezochte en opgejaagde man uit de geschiedenis…
De vijf gouden banden is deel 3 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Een eerdere versie van de vertaling van Ivain Rodriguez de Léon verscheen bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Zeshonderd jaar geleden werd Grote Planeet ontdekt: een enorme bewoonbare wereld met een omtrek van drie keer die van de Aarde, maar met vergelijkbare massa en zwaartekracht dankzij het ontbreken van metalen en zware elementen in haar samenstelling. Er volgde een exodus: alle minderheden, cultussen en fanatici die zich door de Aardse samenleving gehinderd, beperkt of buitengesloten voelden, emigreerden naar Grote Planeet. Op de weidse landmassa’s stichtten ze er hun eigen gemeenschappen die welig tierden, ongehinderd door toezicht, regelgeving, of lastige buren.
Al die tijd liet de Aarde de zaak op zijn beloop, maar nu moet er worden ingegrepen: Beaujolais, een van de talloze kleine rijkjes in de bonte lappendeken van Grote Planeet, heeft een leger gevormd en verovert gestaag de aanpalende streken. De Bajarnum van Beaujolais drijft slavenhandel om wapens van buiten de planeet in te kopen.
Claude Glystra wordt met een team van specialisten naar Grote Planeet gestuurd en heeft carte blanche om de Bajarnum aan te pakken en diens ambities een halt toe te roepen. De landing verloopt niet helemaal zoals gepland. Glystra en zijn kompanen moeten de Aardenclave zien te bereiken, maar die ligt aan de andere kant van de planeet: een schier eindeloze trektocht door woeste natuur en over het grondgebied van de ene groep doorgeëvolueerde maniakken na de andere. Bovendien is er een verrader onder hen, en de Bajarnum wil het hoofd van Glystra…
Grote Planeet is deel 4 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1975. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Op Grote Planeet slingert de machtige Vissel met haar vele zijrivieren zich door de uitgestrekte Tinsitalasteppe van District Dalkenberg – Lune XXIII Zuid: van haar oorsprong bij het Bodemloze Meer in het noorden, tot Coble aan de Baai van Surmise in het zuiden.
Voor de bewoners van de steden en nederzettingen langs de rivieren van deze weidse wereld is er doorgaans niet veel vertier, en de komst van een van de beroemde circusboten met al zijn praal en luister is dan ook steeds een bijzondere gebeurtenis.
Apollon Zamp is de scheepsmeester van Miraldra’s Betovering, en met zijn troupe van acteurs, muzikanten, goochelaars, danseressen en grotesken vaart hij de Vissel op en af om met zijn voorstellingen vermaak te bieden — en de stuk voor stuk idiosyncratische gemeenschappen hun kostbare ijzer afhandig te maken.
Wanneer koning Waldemar van het verre Soyvanesse een wedstrijd uitschrijft met als prijs een uitnodiging voor deelname aan het Grote Festival van Mornune, gaat het hard tegen hard tussen Zamp en diens aartsrivaal Garth Ashgale, de Meester van Fironzelle’s Gouden Waan. Om het concours te winnen zal Zamp meer nodig hebben dan louter artistiek talent…
Spelevaren op Grote Planeet is deel 5 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Marcel Laverdet. De vertaling van Pon Ruiter verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is door de vertaler herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat een uitgebreide landkaart op basis van de Vance Integral Edition.
Deze verhalenbundel bevat naast de novelle Parapsyche (1958) waarin Vance door een wetenschappelijke bril naar paranormale fenomenen kijkt, een dozijn vooral vroege Vance-verhalen uit de periode van 1946 tot 1962. Enkele hoogtepunten:
Recht vooruit: er wordt een ambitieuze expeditie op het getouw gezet om rond het hele heelal te reizen. De theorie zegt immers dat als men maar lang genoeg een exacte koers aanhoudt, men uiteindelijk weer op de plaats van vertrek zal aankomen… Maar is er wel met alle kosmologische effecten rekening gehouden?
De Pottenbakkers van Firsk: op de planeet Firsk vereeuwigen de Pottenbakkers de zielen van hun overledenen in het lichtende glazuur van aardewerk dat in het vuur van de lokale vulkaan wordt gebakken. De kalk voor het glazuur wordt gewonnen uit de beenderen van de doden. Maar wanneer er niet voldoende natuurlijke sterfgevallen zijn, sommeren de Pottenbakkers weleens wat levenden om hun voorraad beenderkalk op peil te houden…
Zeil 25: alvorens af te studeren aan de ruimtevaartacademie, moeten acht cadetten een proeve van bekwaamheid afleggen door een tocht te maken met een stokoud zonnezeil. Hun instructeur is de tirannieke oude Henry Belt die het ogenschijnlijk niet kan verdommen of het schip en haar bemanning wel heelhuids naar de Aarde terugkeren…
Deze bundel bevat de volgende verhalen:
Zeil 25 en andere verhalen is deel 6 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Negen verhalen (in vertalingen van Annemarie van Ewyck, Jaime Martijn, Ruud Bal en Venugopalan Ittekot) verschenen eerder bij Meulenhoff. De bezoekers is een nieuwe vertaling door Pon Ruiter van het eerder door Elvin Post met dezelfde titel voor Meulenhoff vertaalde “The Visitors”. Vierhonderd spreeuwen is een nieuwe vertaling door Pon Ruiter van het eerder door Elvin Post als Vierhonderd merels voor Meulenhoff vertaalde “Four Hundred Blackbirds”. Sjambak en Joe Driebeen zijn twee door Zeno ter Brughe herziene vertalingen. Joe Driebeen verscheen eerder als Joop Driebeen. De bundel bevat tevens twee nog niet eerder in het Nederlands verschenen verhalen, vertaald door Pon Ruiter: Zwart stof en Dover Spargills grandioze gaffe.
Op Venus scheept de vijftienjarige Dick Murdock zich in op de African Star, om zich bij zijn vader te voegen die net benoemd is tot Hoofd Astronomie van het Maanobservatorium.
Onderweg naar de maan ontdekt de African Star het wrak van een vermist ruimteschip. De brug is aan flarden geschoten, de laadruimen zijn leeggeroofd en er zijn geen overlevenden: het werk van ruimtepiraten onder leiding van de sinistere Basilisk!
Eenmaal op de maan aangekomen, maakt Dick kennis met de wetenschappelijke staf van het observatorium, en gaat hij met Gekke Sam Baxter — de beheerder van het in onbruik geraakte oude Beveiligingsstation — op diens gammele raketvlot op zoek naar maanjuwelen. Gekke Sam houdt er onconventionele ideeën op na: diep onder het oppervlak, in de lichtloze maangrotten, zou een restant van een oeroud ras van maanbewoners overleven. Is de Basilisk soms een van hen?
Wanneer Dick per toeval een geheime radioboodschap van de piraten onderschept, verkeert niet alleen hijzelf, maar ook zijn vader en de hele observatoriumbevolking in levensgevaar. De Basilisk heeft grootse plannen en duldt geen inmenging. Dick zal al zijn vindingrijkheid nodig hebben om in leven te blijven op de genadeloze maan waar de kleinste vergissing de dood betekent…
Ruimtepiraten! is deel 7 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Ron Marc. Deze nieuwe vertaling van Karin Langeveld is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition. Het boek verscheen oorspronkelijk als Vandals of the Void bij The John C. Winston Company in 1953. De Spatterlight editie is de eerste volledige Nederlandse vertaling van het enige echte jongensboek dat Vance ooit schreef. De eerdere Nederlandse edities, Vrijbuiters in het heelal (De Verkenner, 1955) en De vandalen van de ruimte (Meulenhoff, 1996) waren sterk ingekorte versies van de Engelse tekst.
De Zoon van de Boom — Joe Smith, een jongeman van de Aarde, achtervolgt zijn rivaal Harry Creath door de melkweg heen, van planeet tot planeet hoppend. Zonder geld strandt Joe op Kyril, een wereld met vijf miljard boeren, twee miljoen Druïden, en één hele grote Boom. Gekroond met donder en bliksem torent de Boom, die door de Druïden als godheid wordt vereerd, twintig kilometer hoog tot in de stratosfeer. Joe neemt als monteur dienst bij de Districtsthearch. Voor hij er erg in heeft belandt hij in een politieke intrige met een hele planeet als inzet. Daarin blijkt een of andere plant in een potje een sleutelrol te spelen…
De Huizen van Iszm — de mensachtige Iszics hebben zich in de loop van vele duizenden jaren tot meesterbotanici ontpopt en beheersen de kunst van het genetisch ontwerpen van de vermaarde levende huizen van Iszm: semi-intelligente bomen waaraan comfortabele woonpeulen groeien — de oplossing voor het huisvestingsprobleem van de gehele melkweg! Maar de Iszic beschermen hun lucratieve monopolie met hand en tand. Dat ondervindt plantkundige Aile Farr, die als bezoeker van de Aarde er al dadelijk van wordt verdacht een vrouwelijk huis te willen stelen. Tijdens zijn bezoek aan een huizenplantage is Farr toevallige getuige van een roofoverval. Of lijkt dat maar zo?
De Zoon van de Boom & De Huizen van Iszm is deel 8 van de digitale editie van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. De vertalingen van Jaime Martijn en Ivain Rodriguez de Léon verschenen eerder bij Meulenhoff. De teksten van de Spatterlight editie zijn op diverse punten herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
De Lekthwans, een van de talrijke mensachtige rassen die de melkweg bevolken, hebben handelsposten opgericht op de Aarde en delen bereidwillig hun superieure wetenschap en technologie met de Aardbewoners.
In vergelijking met Lekthwa is de Aarde nog maar net het barbarendom ontstegen en alle menselijke kennis is ofwel achterhaald of verouderd. Daar heeft de koppige Roy Barch het moeilijk mee. In dienst van Markel, de handelscommissaris van Lekthwa in Californië, worstelt Barch met een minderwaardigheidscomplex dat alleen nog erger wordt wanneer hij Markel’s dochter ontmoet — de beeldschone, intelligente Komeitk Lelianr — en besluit haar koste wat kost tot de zijne te maken.
Maar de Lekthwans hebben ook vijanden; de dierlijke Klau zien de Aarde als een rijke bron van slaven om op hun fabriekswerelden het zware werk te doen. Spoedig bevinden zowel Roy als Komeitk Lelianr zich in benarde omstandigheden en het is niet de verfijnde cultuur van het Lekthwanmeisje, maar de vastberaden en dynamische aard van de Aardling die hoop op redding zal bieden…
Slaven van de Klau is deel 9 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Peter White. Een eerdere versie van de vertaling van Jaime Martijn verscheen bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Nadat de mensheid bijna ten onder is gegaan aan overbevolking, hongersnood en plundering, is Clarges de laatste grote metropool op Aarde: een uitgestrekte, eeuwenoude miljoenenstad, hermetisch afgesloten voor de barbaarse nomaden die de wereld omzwerven.
In Clarges waakt het Amaranth Genootschap over het geheim van de onsterfelijkheid, dat maar met mondjesmaat wordt toegepast teneinde een nieuwe bevolkingsexplosie te voorkomen. De gewone burger kan zich door middel van hard werk en het vergaren van sociaal prestige opwerken in een klassenstelsel met progressief toenemende maximale leeftijd: Kroost, Wig, Derde, Rand, en uiteindelijk het felbegeerde Amaranth waarin men het eeuwige leven geniet. Slaagt men er niet in om Amaranth te worden, dan komen de Doders…
Zeven jaar geleden werd Gavin Waylock wegens moord op een mede-Amaranth uit het Genootschap verstoten. Zeven jaar lang heeft hij aan de rand van de samenleving geleefd. Maar nu is de tijd rijp, en Waylock is vastbesloten om zich opnieuw datgene toe te eigenen waarop hij recht heeft: het eeuwige leven. Daarbij gaat hij niets en niemand ontziend te werk…
Het eeuwige leven is deel 10 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Joel Anderson. De vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Op de planeet Pao, een wereld met een stagnerende cultuur, spreekt de hele bevolking slechts één taal. Men is er tevreden met het bestaan en met het bestuur van de heersende Panarch.
Dan zetten de wetenschappelijke tovenaars van buurplaneet Breeknes een genadeloos experiment op waarmee ze Pao nieuw elan willen geven. Ze voeren drie nieuwe, op klasse gebaseerde talen in: één voor een krijgersklasse, één voor technici en één voor bestuurders en geleerden. Onwillekeurig hebben ze echter in het experiment zwakheden van hun eigen monomane cultuur ingebouwd.
Beran Panasper, Kroonjuweel en troonopvolger van Pao, wordt na de moord op zijn vader naar Breeknes ontvoerd om zijn leven te redden — én om de dominies van Breeknes de kans te geven om van Beran een willig werktuig te maken waarmee ze later Pao kunnen overheersen.
Maar de combinatie van Berans Paonese kenmerken met de wetenschap van Breeknes heeft onvoorziene gevolgen…
De Talen van Pao is deel 11 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in een nieuwe en herziene vertaling gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition. Omslagillustratie: Marcel Laverdet.
In dit boek zijn de drie meestgeprezen novelles van de Meester verzameld, goed voor twee Hugo Awards, een Nebula Award, en een Hugo nominatie.
De Drakenruiters: op de afgelegen wereld Aerlith worden de schaarse menselijke nederzettingen herhaaldelijk overvallen door de buitenaardse grefs. Bij de laatste overval nam Kergan Banbeck een aantal grefs gevangen, waaruit vele generaties later door kruisen en experimenteren een leger van vervaarlijke Draken is gefokt. Wanneer de sinistere rode ster Coralyne aan de hemel verschijnt, heeft Joaz Banbeck redenen om aan te nemen dat er een nieuwe inval van de grefs dreigt…
Het laatste Kasteel: in een verre toekomst wordt de Aarde nog slechts bevolkt door een klein aantal vanuit de galactische diaspora teruggekeerde aristoctraten. In hun trotse kastelen worden ze bediend door de half-intelligente Meks, terwijl ze met hautaine onverstoorbaarheid hun leven wijden aan nobel tijdverdrijf en eeuwenoude tradities. Maar dan gebeurt het ondenkbare: de Meks komen in opstand tegen hun meesters.
De wonderbaarlijke verrichtingen van Sam Salazar: op Pangborn leven de onderling wedijverende afstammelingen van de menselijke kolonisten al 1600 jaar in een ongemakkelijk evenwicht met de Eersten, de oorspronkelijke bewoners van de planeet. Wanneer Lord Faide ten strijde trekt tegen het naburige Fort Ballant, wordt het evenwicht bruut verstoord, en de Eersten lijken vastbesloten om de mens uit te roeien…
De Drakenruiters en andere verhalen is deel 12 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Marcel Laverdet. Deze vertalingen van Jaime Martijn, Mark Carpentier Alting en Warner Flamen verschenen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Deze negen verhalen en novelles verschenen tussen 1946 en 1967 in de Amerikaanse pulpbladen en illustreren mooi hoe Vance’s stijl en verbeelding evolueerden vanaf het prille begin van zijn carrière tot het jaar waarin hij het eerste Tschai boek schreef. Een greep uit de inhoudsopgave:
Chateau d’If: een mysterieuze advertentie trekt de aandacht van Roland Mario en zijn vrienden: Verveeld? De sleur zat? Smacht u naar avontuur? Probeer dan het Chateau d’If! Een voor een bezoeken ze het Chateau d’If, maar niemand komt terug om verslag uit te brengen. Dan is het de beurt aan Mario…
De geaugmenteerde agent: wanneer de Centraal-Afrikaanse staat Lakhadi een aantal intercontinentale ballistische raketten van de schroothoop redt en deze met behulp van de USSR in stelling wil brengen, wordt James Keith, agent van de Speciale Afdeling van de CIA, erheen gestuurd om zich met de zaak te bemoeien.
Het Smalle Land: in een smalle kuststrook, ingeklemd tussen de Muur van Storm aan de zeezijde en de Muur van Donker aan de landzijde, groeien de amfibische waterkinderen op in de ondiepten. De jonge Ern merkt algauw dat hij anders is dan zijn soortgenoten en wanneer de tijd komt om het water voor het land te verruilen gaat hij zijn eigen weg.
Deze bundel bevat de volgende verhalen:
Chateau d’If en andere verhalen is deel 13 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Zeven verhalen (vertalingen van de hand van Annemarie van Ewyck, Jaime Martijn en Warner Flamen) verschenen eerder bij Meulenhoff en zijn voor deze editie herzien. De novelle Nopalgaard verscheen eerder als De hersens van de Aarde. De bundel bevat tevens twee nog niet eerder in het Nederlands verschenen verhalen in een vertaling van Guus Prick: Wervingsbijeenkomst en De geaugmenteerde agent.
Na het onverwachte overlijden van zijn vader, neemt de jonge Robert Struve uit San Giorgio, Californië, een baantje als krantenjongen om zijn moeder bij te staan in het huishouden.
Robert neemt ook vaak de krantenwijk over van rijkeluiszoontje Carr Pendry die helemaal geen zin heeft in dit soort stomme klusjes, maar zijn vader wil nu eenmaal dat Carr onderaan de maatschappelijke ladder begint…
Wanneer hij op Carrs scooter zijn ronde doet in de gegoede buurt van Jamaica Terrace, wordt Robert van de weg gereden door de auto van Ralph McDermott, die weleens vaker zijn achtjarige dochtertje Julie laat sturen. De scooter vat vlam en Roberts gezicht wordt onherkenbaar verbrand.
Zonder geld voor plastische chirurgie verloopt Roberts middelbare schooltijd erg stroef. Hij is het dorpsmonster en wordt ook door de meisjes gemeden. Na een incident wordt Robert naar een jongerendetentiecentrum afgevoerd en door iedereen vergeten.
Maar jaren later is er in de streek een moordenaar actief. De slachtoffers worden met verminkt gezicht aangetroffen: opengesneden, precies daar waar Robert Struve zijn vreselijke littekens had. Toeval?
Het masker van huid is deel 14 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van Arjen Broeze is de eerste Nederlandse editie van het in 1957 onder het pseudoniem Peter Held bij Mystery House uitgegeven Take My Face, en is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
In Rome ontmoet de jonge Amerikaanse kunststudent Chuck Musgrave een welgestelde excentrieke landgenoot die zichzelf voorstelt als ‘Kex’. Hij biedt Chuck een baantje aan. In ruil voor logies in Kex’ luxe appartement, en daar bovenop nog eens een riant salaris, moet Chuck een reeks houtskoolschetsen maken in en om het pittoreske stadje Positano, aan de exclusieve Amalfikust ten zuiden van Napels. O ja, en of Chuck zich daar ook voor ene James Hilfstone wil uitgeven?
Er zit een luchtje aan dit genereuze aanbod, maar Chuck kan het geld goed gebruiken en hij reist af naar Positano. Daar maakt hij algauw kennis met de lokale expatgemeenschap: stuk voor stuk behoorlijk rare snuiters die schijnbaar allemaal wel wat te verbergen hebben. Waar Chuck ook al snel achter komt is dat James Hilfstone niet bepaald een graag gezien figuur is in Positano, en dat sommigen wel heel ver gaan in het uiten van hun antipathie.
Chuck krijgt door dat Kex hem een rotstreek heeft geleverd en hij besluit het spelletje niet langer mee te spelen. Maar Chuck is niet meer dan een pion in de grandioze maar sadistische grap die Kex heeft bedacht, en het duurt niet lang vooraleer er slachtoffers vallen…
Rare snuiters is deel 15 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van M.K. Stuyter SJ is de eerste Nederlandse editie van het in 1958 geschreven maar pas in 1985 door Underwood-Miller uitgegeven Strange Notions, en is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
In Japan wordt ten tijde van de eerste schermutselingen die WO II inluiden, Luellen Enright geboren als dochter van een stel zendelingen. Het gezin wordt geïnterneerd en haar moeder overleeft het jappenkamp niet.
Bovendien wordt een paar jaar na de oorlog haar vader ernstig ziek zodat hem geen andere keuze rest dan Lulu op de boot naar San Francisco te zetten waar familieleden wonen die voor haar kunnen zorgen.
De achtjarige Lulu komt dan ook als pleegkind terecht in het gezin van de welgestelde Brewers: haar tante Flora, oom Maurice, en de twee tieners, Kendall en Oliver, wonen in een groot huis met een tuin in een van de betere stadsdelen.
Maar al gauw wordt duidelijk dat Lulu geen zorgeloos bestaan beschoren is in haar nieuwe omgeving: Tante Flora is dominant en kil, Oom Maurice drinkt en heeft losse handjes, en de jongens blijken onuitstaanbare ettertjes te zijn. Lulu’s leven verandert in een hel, en de hele situatie stevent af op een onontkoombaar drama…
De stille getuige is deel 18 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze nieuwe vertaling van Karin Langeveld is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition. Het boek verscheen oorspronkelijk als The View from Chickweed’s Window bij Underwood-Miller in 1979. In 1981 werd door uitgeverij Rostrum een eerdere vertaling gepubliceerd, eveneens met als titel De stille getuige, van de hand van Frank Visser.
Ronald Wilby, een dikkige, sociaal onhandige middelbare-schoolleerling, woont met zijn hardwerkende moeder in een groot oud huis. Hij heeft zijn zinnen gezet op Laurel Hansen, een populaire klasgenote, maar die wil niets van hem weten. Na het zoveelste blauwtje dat hij oploopt, beent hij gefrustreerd naar huis terwijl hij onderweg bedenkt wat hij de blonde Laurel allemaal toewenst. Verdiept in zijn kwaaie gedachten, botst hij tegen een veel jonger buurmeisje op dat hem tegemoet fietst. Met haar blonde haar en haar ontluikende figuurtje wordt ze het slachtoffer van zijn wraakfantasie. Als het dode meisje wordt ontdekt, valt de verdenking al gauw op Ronald.
Ronalds moeder Elaine ziet hun leven en de mooie toekomst die ze voor Ronald in gedachten had in duigen vallen. Maar als Ronald haar ervan weet te overtuigen dat het allemaal de schuld van het buurmeisje was, wordt de ruimte onder de trap in allerijl tot verstop plek vertimmerd en verbergt ze hem in hun eigen huis voor de politie. Ronald vindt zijn bestaan in het schuilhok niet onprettig, tot zijn moeder plotseling overlijdt en het huis verkocht wordt aan een gezin met drie fascinerende tienerdochters. Van achter de muren houdt Ronald hun doen en laten nauwlettend in de gaten, en wacht zijn kans af…
De parasiet is deel 19 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van M.K. Stuyter SJ is de eerste Nederlandse editie van het in 1973 bij Ballantine uitgegeven Bad Ronald. De vertaling is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
De jonge Betty Haverhill geeft haar medicijnenstudie eraan, en om een poos te ontkomen aan haar bedillerige moeder en haar opdringerige verloofde, Ted Bunpole, boekt ze passage op een vrachtschip dat haar van San Francisco via het Panamakanaal naar Italië zal brengen, vanwaar ze door Europa wil gaan reizen.
Aan boord van de Garda maakt Betty kennis met een bont gezelschap van medepassagiers: Alex en Ora Cato, een stel intellectuelen; Harry Mayberry, een oude sater; Nello di Prieri, de globetrottende zoon van een Italiaanse markies; en dan is er de sigarenrokende Mik Finsch, een Nederlander met enigmatische antecedenten.
Bovendien — zeer tot Betty’s ongenoegen — blijkt Ted Bunpole eveneens aan boord te zijn. Daartoe aangezet door Teds bezitterige gedrag, gaat Betty met Mik Finsch flirten. Ted gaat door het lint, en een keten van sinistere gebeurtenissen ontrolt zich. Voor Betty verandert wat een plezierreis had moeten zijn in een regelrechte nachtmerrie…
De duistere oceaan is deel 20 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van Karin Langeveld is de eerste Nederlandse editie van het in 1985 bij Underwood-Miller uitgegeven The Dark Ocean. De vertaling is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
Zestien jaar geleden werd het slaperige Californische dorpje Marblestone opgeschrikt door de brutale moord op de jonge Tissie McAllister. De sociaal onhandige Ausley Wyett houdt zijn onschuld vol, maar heeft alle schijn tegen zich en geen alibi. Ausley krijgt levenslang en zit zijn straf uit in de San Quentin gevangenis. Wanneer hij voorwaardelijk vrijkomt, keert Ausley terug naar de ouderlijke ranch in Marblestone, tot ongeloof en ongenoegen van de lokale bevolking. Ongenoegen dat weldra omslaat in vijandigheid als Ausley een brief stuurt naar elk van de vijf mannen die op het proces tegen hem getuigden, met de vraag hoe ze hem denken te compenseren voor het geleden ongemak.
En dan vallen er doden. Een reeks fatale ongelukken. Of lijkt dat maar zo? Plaatsvervangend sheriff Joe Bain moet de waarheid zien te achterhalen voordat Ausley gelyncht wordt door boze dorpsbewoners. En ook voor de verkiezingen waarin hij het voor het ambt van Sheriff moet opnemen tegen de gladde jonge advocaat Lee Gervase, die grootse plannen heeft om de hele regio te moderniseren.
De Fox Valley Moorden is het eerste van de twee Joe Bain moordmysteries waarin Grootmeester Jack Vance ons in de hem kenmerkende stijl meeneemt naar het landelijke Californië van zijn jeugd.
De Fox Valley Moorden is deel 21 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van Karin Langeveld is de eerste Nederlandse editie van het in 1966 bij Bobbs-Merrill uitgegeven The Fox Valley Murders. De vertaling is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
Op Madrone Way, waar de meest welstellende en invloedrijke families van Pleasant Grove wonen, wordt de postbode dood in zijn bestelwagen aangetroffen. Iemand heeft hem met een eenvoudige timmermanshamer de schedel ingeslagen.
Sheriff Joe Bain tast in het duister: er is niets gestolen, niemand lijkt een motief te hebben, en van Joe’s toch al korte lijstje met potentiële daders blijft al spoedig niets over. Joe moet de moord zien op te lossen vooraleer Howard Griselda van de Pleasant Grove Messenger er met zijn opruiende opiniestukken in slaagt om hem finaal in diskrediet te brengen…
De Pleasant Grove Moorden is Vance’s tweede Joe Bain moordmysterie waarin de Grootmeester ons in de hem kenmerkende stijl meeneemt naar het landelijke Californië van zijn jeugd.
De Pleasant Grove Moorden is deel 22 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van Karin Langeveld is de eerste Nederlandse editie van het in 1967 bij Bobbs-Merrill uitgegeven The Pleasant Grove Murders. De vertaling is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
We schrijven 1958. Het Algerijnse bevrijdingsfront FLN is in een bloederige onafhankelijkheidsstrijd verwikkeld met de Franse koloniale bezetters. Via het naburige Marokko worden de Algerijnse rebellen van illegale wapens en munitie voorzien.
De wat naïef avontuurlijke jonge Amerikaan Noel Hutson die in Tanger is neergestreken, ziet in de lucratieve wapensmokkel een kans om zijn kas te spekken en rijdt met een truck vol pistolen en geweren de woestijn in voor een levering bij de Algerijnse grens.
De operatie verloopt echter verre van vlekkeloos, en voor hij er erg in heeft bevindt Noel zich in penibele omstandigheden. Hij besluit zich uit de hele zaak terug te trekken, pleegt enkele telefoontjes, en doet een brief naar huis op de post waarin hij zijn voornemen aankondigt om terug te keren en een normaal leven te gaan leiden. Maar dat is het laatste dat van Noel wordt vernomen.
Een maand later komt Darrell Hutson in Tanger aan, vastbesloten om zijn jongere broer te vinden, maar met geen enkele andere aanwijzing dan het feit dat een aantal partijen er heel erg op gebrand lijken om Noel — of om precies te zijn: diens vracht — op te sporen, daarbij niets en niemand ontziend te werk gaand…
De man in de kooi is deel 23 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze vertaling van Karin Langeveld is de eerste Nederlandse editie van het in 1960 bij Random House uitgegeven The Man in the Cage. De vertaling is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition. Voor De man in de kooi ontving Vance in 1961 een Edgar Award van de Mystery Writers of America.
Wanneer Brady Royce, beheerder van het onmetelijke familiefortuin van de Royces, trouwt met de mooie, veel jongere Lia Wintersea, staan de societypagina’s van de kranten in San Francisco er bol van.
Voor hun huwelijksreis vertrekt het stel samen met naaste familie en enkele goede vrienden aan boord van Royce’s zeiljacht de Dorado IV op een idyllische cruise langs de romantische eilanden en atollen van de Stille Zuidzee: Tahiti, de Tuamotus en de Markiezeneilanden.
Zoveel rijkdom en luxe wekken vanzelf afgunst en begeerte op, en met zoveel geld op het spel wordt moord makkelijk het risico waard. Maar om het Royce-fortuin te bemachtigen moeten er drie obstakels uit de weg worden geruimd: Brady Royce zelf, zijn zoon Carson, en Luke, een neefje uit de minder gegoede tak van de familie.
Luke Royce heeft een baantje op Tahiti waar hij vissen tagt voor een oceanografisch onderzoeksproject. Wanneer hij op zijn scooter naar Papeete rijdt om zijn post op te halen, valt hem een onbekende man op die hem in de gaten lijkt te houden. Het komt tot een dramatische confrontatie, en dat is slechts het begin van een race tegen de klok, over de uitgestrekte wateren en langs de riffen en de witte zandstranden van de Grote Oceaan, waar de dood steeds op de loer ligt…
De archipel des doods is deel 24 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Deze nieuwe vertaling van Karin Langeveld is gebaseerd op de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition. Het boek verscheen oorspronkelijk als The Deadly Isles bij Bobbs-Merrill in 1969. Een eerdere vertaling door Emile Lopez werd in 1973 door Amsterdam Boek uitgegeven als Diner met de moordenaar.
Jack Vance schreef acht van deze negen verhalen tussen 1951 en 1955 voor de pulptijdschriften, maar ook in dit vroege werk is de unieke stem van de latere SFWA Grootmeester al duidelijk hoorbaar. Een selectie uit de inhoud:
Meisje van goud: uit het wrak van een neergestort buitenaards ruimteschip redt verslaggever Bill Baxter een beeldschoon meisje met een gouden huid. Ze heet Lurulu en is afkomstig van de verre wereld Lekthwa, maar ze is nu onherroepelijk gestrand op de veel primitievere Aarde…
Station Abercrombie: Jean Parlier, een pittige jongedame met schimmige antecedenten, solliciteert naar een lucratief baantje: in ruil voor een miljoen dollar moet ze de steenrijke Earl Abercrombie zien te verleiden en te trouwen. Earl is de wettige eigenaar van het beruchte Station Abercrombie, een luxe ruimteresort voor corpulente rijkelui. Maar de excentrieke jonge erfgenaam blijkt een nogal aparte smaak te hebben wat partners betreft.
Aanval op een stad: Alice is de zeventienjarige roodharige dochter van Commandeur Tynnott. Na te zijn opgegroeid op een aantal eenvoudige buitenplaneten, bezoekt ze voor het eerst samen met haar ouders de Aarde en ze is vastbesloten om de grootstedelijke cultuur te verkennen en te doorgronden. Een aantal individuen meent van haar ongekunsteldheid misbruik te kunnen maken…
Deze bundel bevat de volgende verhalen:
Meisje van goud en andere verhalen is deel 25 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Acht verhalen (in vertalingen van Venugopalan Ittekot, Annemarie van Ewyck, Warner Flamen en Jaime Martijn) verschenen eerder bij Meulenhoff. Cholwells kippen is vertaald door Evert Jan de Groot en verschijnt voor het eerst in deze bundel.
In het westen hing de zon dicht boven de oude aarde; robijnkleurige stralenbundels, zwaar en rijk van kleur als wijn, vielen schuin langs de knoestige stammen van het oeroude woud en troffen de graszoden van de bodem; de nacht van de laatste dagen viel over het woud, een zachte, warme duisternis…
De aarde is een decadente wereld, onkenbaar oud, onder een zwakke rode zon die ieder ogenblik in een ultieme stuiptrekking uit kan sputteren. Continenten zijn gezonken en gerezen. Een miljoen steden hebben torens opgericht en zijn tot stof vervallen. In plaats van de oude volkeren wonen er nu slechts een paar duizend vreemde zielen, terwijl temidden van de afbrokkelende ruïnes duistere schepselen rondwaren, en in het schemerlicht van betoverde wouden de laatste magiërs wedijveren om sprankels van halfvergeten magie. De aarde sterft en beleeft zijn schemering…
Dit eerste boek in de reeks Verhalen van de Stervende Aarde bevat de zes oorspronkelijke kortverhalen waarmee Jack Vance in zijn unieke stijl een niet meer uit het Fantasy genre weg te denken schets neerzet van het einde der dagen.
De Stervende Aarde is deel 26 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in het jaar van de honderdste geboortedag van de schrijver. Omslagillustratie: Konstantin Korobov.
Op de hellingen boven de rivier de Xzan, op de plaats van zekere oeroude ruïnes, had Iucounu de Lachende Magiër een landhuis naar eigen smaak opgetrokken: een excentriek bouwwerk van spitse gevels, balkons, loopbruggen en koepels, met drie spiraalvormige, groenglazen torens waar het rode zonlicht in scheve schitteringen en eigenaardige kleuren doorheen scheen.
Zo begint het relaas van de avonturen van Cugel, de meest geliefde schelm van Jack Vance. Aan het einde der tijden, in de decadente wereld van De Stervende Aarde, raakt Cugel — die zichzelf graag het epitheton ‘de Slimme’ aanmeet — in onmin met Iucounu de Lachende Magiër.
Onder een oude rode zon die haar laatste stuipen trekt en ieder ogenblik uit kan flakkeren, wordt Cugel door Iucounu naar de andere kant van de wereld getransporteerd, op zoek naar de Ogen van de Overwereld.
De Ogen van de Overwereld is deel 27 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Konstantin Korobov. Deze editie bevat de 14 zwart-wit illustraties die Stephen Fabian maakte voor de Amerikaanse Underwood-Miller hardcover editie uit 1978. Deze vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1974. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Iucounu (in heel Almery befaamd als ‘de Lachende Magiër’) had ditmaal met Cugel een van zijn meest bijtende grappen uitgehaald. Voor de tweede maal was Cugel opgevaagd van de plaats waar hij stond, en weggevoerd naar het noorden, over de Oceaan der Zuchten, om te worden neergezet op de melancholieke kust die men Shangelsteenstrand heette.
Opnieuw staat Cugel de Slimme op een verlaten strand aan de andere kant van de Stervende Aarde, zonder zwaard en zonder een cent op zak — maar vol wraakgevoelens jegens Iucounu.
Teneinde fondsen voor zijn terugreis naar Almery te verwerven, neemt Cugel een baantje als opzichter bij Meester Twango, in wiens achtertuin in een diepe slijmerige poel wordt gedoken naar de schubben van de demiurg Sadlark die daar in het Achttiende Aeon uit de Overwereld neerstortte.
De meest begeerde schub is de geduchte Hemelklievende Spetterlicht Pectoraal, ooit het protonastisch centrum van Sadlark’s krachtenweb. En wie anders dan Iucounu blijkt er erg op gebrand de Spetterlicht in zijn bezit te krijgen! Tijdens de lange en gevaarlijke tocht naar Almery ontwikkelt Cugel een sluw plan om zich te wreken op de Lachende Magiër…
Cugel Gewroken is deel 28 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Konstantin Korobov. Deze editie bevat de 6 zwart-wit illustraties die Stephen Fabian maakte voor de Amerikaanse Underwood-Miller hardcover editie uit 1984. De vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1984. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Dit vierde en laatste boek met verhalen van de Stervende Aarde vertelt de avonturen van Rhialto, bijgenaamd ‘de Schitterende’, en het collectief van kibbelende en intrigerende magiërs aangevoerd door Ildefonse de Preceptor.
De Murthe — De op wraak beluste Witte Heks Llorio keert terug uit ballingschap en alle magiërs worden ongemerkt door haar beskwalmd. Rhialto en Ildefonse besluiten Llorio’s oude vijand, de aartsmagiër Calanctus, weer tot leven te wekken.
Fader’s Vlaag — Rhialto wordt door diens grote rivaal Hache-Moncour in diskrediet gebracht en onderneemt een schier hopeloze queeste door het verleden: op zoek naar het Blauwe Perciplex dat zijn onschuld moet aantonen.
Morreion — Onder het mom de legendarische Morreion van het ‘Niets’ te willen redden, maar in werkelijkheid gedreven door hebzucht naar de krachtige IOUN-stenen, vaart Ildefonse’s magiërscollectief in het vliegende paleis van Vermoulian de Droomloper naar de verste rand van het heelal…
Rhialto de Schitterende is deel 29 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Konstantin Korobov. Interne illustraties: Stephen Fabian. Deze vertaling van Jaime Martijn verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1985. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Elf generaties geleden ontsnapte een aantal veroordeelde criminelen uit een interstellair gevangenentransportschip en belandde op een naamloze waterwereld. Op de vlotten, een streng drijvende bladeren van reusachtige zeeplanten, bouwden ze een kastensamenleving op, waarbij voedsel, onderdak, en alle overige levensbehoeften gewonnen werden uit de zee en de schaarse plantaardige grondstoffen.
Maar in de planeetomspannende oceaan zwommen de kragens: gepantserde zeebeesten die zich tegoed deden aan de sponzentuinen van de vlotbewoners. De vroege kolonisten besloten één van de grotere kragens met opzet te voeren, opdat het dier de andere kragens bij de vlotten vandaan zou houden. Door de generaties heen groeide het wezen tot monsterlijke proporties, terwijl een kaste van Bemiddelaars ontstond die het beest als Koning Kragen vereerde.
Nu willen de Bemiddelaars de macht grijpen, en ze gebruiken Koning Kragen om de vlotbewoners te terroriseren en te manipuleren. Sklar Hast staat op tegen de Bemiddelaars en zweert Koning Kragen te zullen doden. Zijn rebellie brengt strijd en dood over de vlotten, maar ontketent tevens een golf van wetenschappelijke ontdekkingen die een nieuw tijdperk van vooruitgang inluiden. Maar eerst moet Koning Kragen sterven…
Blauwe Wereld is deel 30 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in het jaar van de honderdste geboortedag van de schrijver. Omslagillustratie: Marcel Laverdet.
Van de negen in deze bundel opgenomen verhalen die de periode van 1951 tot 1973 bestrijken, komen er maar liefst vijf voor op de door de Vance-lezers zelf gekozen top tien van ’s mans beste kortere werk. Een selectie uit de inhoud:
Dodkins baantje: Luke Grogatch, ongeschoolde arbeidskracht, bungelt vrijwel onderaan de sociale ladder. Geconfronteerd met de gevolgen van een absurde beleidsrichtlijn, gaat Luke door het lint en gaat op pad om verhaal te halen bij de bureaucraten van de Hoge Echelons. Maar Luke ontdekt algauw dat de werkelijke macht zich elders bevindt…
De Maanvlinder: in de strikt formele samenleving van Sirene, waar sociaal prestige het enige betaalmiddel is, en ieders gezicht verborgen gaat achter een masker dat diens status reflecteert, krijgt de kersverse consulair vertegenwoordiger Edwer Thissell de opdracht om een moordenaar op te sporen en te arresteren.
Rumfuddle: in een nabije toekomst waarin de wetenschap de toegang tot een oneindigheid aan parallelle universums heeft ontsloten, beschikt eenieder over zijn eigen privéwereld. Na een opruimklus op de oorspronkelijke Aarde merkt Gilbert Duray dat alle poorten naar zijn eigen Thuis afgesloten zijn. Hij vermoedt dat er een verband is met de op handen zijnde Rumfuddle, een mysterieus feestje van zijn oom Bob.
Deze bundel bevat de volgende verhalen:
De Maanvlinder en andere verhalen is deel 31 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Howard Kistler. Acht verhalen (in vertalingen van Warner Flamen en Jaime Martijn) verschenen eerder bij Meulenhoff. Dodkins baantje is vertaald door Evert Jan de Groot en verschijnt voor het eerst in deze bundel.
Roger Wool geniet van een zorgeloos luxeleventje dankzij een toelage van zijn excentrieke rijke tante, barones Isabel Grayce. Maar daaraan komt een einde wanneer de controversiële bijna menselijke Negende Compagnie van de verre planeet Rlaru onder begeleiding van de enigmatische kapitein Gondar de Aarde aandoet voor een concerttournee. Barones Isabel is danig onder de indruk van de muzikale virtuositeit van het buitenaardse gezelschap — dat diezelfde avond verdwijnt zonder een spoor achter te laten…
De barones vat het plan op om een ruimteschip — de Phœbus — te charteren en bij wijze van culturele uitwisseling, met een operagezelschap naar Rlaru te reizen om daar de buitenaardse beschaving kennis te laten maken met de klassieke opera’s van de Aarde, het summum van verfijnde smaak en het menselijk erfgoed. Roger ziet met lede ogen toe, hoe een fortuin dat hij verwachtte te zullen erven, verkwist wordt aan een dure en zinloze onderneming. Maar dan maakt hij kennis met de charmante Madoc Roswyn, die er op gebrand lijkt om met de Phœbus mee te reizen naar Rlaru. De verliefde Roger laat zich meeslepen in haar plannen…
Space Opera is deel 32 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Ron Marc. De vertaling van Pon Ruiter verscheen eerder bij Scala en later onder een andere titel, De wonderlijke reis van de Phœbus, bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is door de vertaler herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Over de stad Ambroy op de planeet Halma heersen sedert tweeduizend jaar zes clans van feodale Lords die met behulp van de agenten van het Welzijnsbureau de bevolking van handwerkslieden onder de duim houden. De jonge houtsnijder Ghyl Tarvoke raakt, aangespoord door zijn vader Amiante, geïntrigeerd door de mythische held Emphyrio, die lang geleden een invasie door een monsterlijke horde van de donkere maan Sigil tot staan bracht. Emphyrio reisde vervolgens af naar Sigil, maar hoe het hem daar verging weet niemand. Wanneer zijn leven een onomkeerbare wending neemt, is Ghyl vastbesloten om de legende van Emphyrio te ontrafelen en de waarheid aan het licht te brengen.
Emphyrio is deel 33 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in het jaar van de honderdste geboortedag van de schrijver. Omslagillustratie: Joe Bergeron.
Tweehonderd jaar na ontvangst van een signaal uit de richting van Carina 4269 komt de Explorator IV aan bij de oude gele ster en haar enige planeet: een grijsbruine Aarde-achtige wereld. Nauwelijks zijn verkenners Adam Reith en Paul Waunder eropuit gestuurd, of een projectiel vernietigt het moederschip.
Reith en Waunder storten met hun verkennersboot neer op de planeet Tschai die lang geleden werd gekoloniseerd door drie buitenaardse rassen — de Chasch, de Dirdir, en de Wankh. De oorspronkelijke bewoners, de mysterieuze Pnume, leven ondergronds. Waunder overleeft de landing niet en voor Adam Reith, vastberaden een manier te vinden om naar de Aarde terug te keren, begint een episch avontuur over en onder het oppervlak van de waanzinnige planeet Tschai met al haar kleurrijke, bizarre, en dodelijke bewoners.
Een stad vol Chasch is het eerste boek van de Tschai-cyclus, een van de meest geliefde avonturenromans uit de hoogtijdagen van de science-fiction. Jack Vance schept er een wereld met buitenissige culturen, religies, en gebruiken zoals alleen hij dat kan.
Een stad vol Chasch is deel 34 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Een eerdere versie van de vertaling van Erik Zwierd verscheen bij Meulenhoff, Amsterdam 1968. De Spatterlight editie bevat een door de vertaler herziene versie van de tekst en is conform de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
Nadat hij met de hulp van zijn kompanen, Traz de voormalige drager van het Embleem Onmale, en Anacho, een afvallige Dirdirman, de Blauwe Chasch uit Dadiche heeft verdreven, is Adam Reith nog steeds gestrand op de buitenissige planeet Tschai.
Reith besluit om Ylin-Ylan, een prinses van de aristocratische Yao, terug naar huis te escorteren. Rekenend op de gulheid van haar vader, Heer Cizante van het Blauwe Jade Paleis, hoopt Reith weldra over voldoende fondsen te beschikken om een ruimteschip te kopen. Maar eerst moet het gezelschap de eindeloze steppen van Kotan en de Draschade Oceaan zien over te steken in het gammele luchtvlot dat ze op de Chasch hebben buitgemaakt. De motor stottert onheilspellend, en onder hen volgt geduldig een groep dodelijke Groene Chasch…
Onder de Wankh is het tweede boek van de Tschai-cyclus, een van de meest geliefde avonturenromans uit de hoogtijdagen van de science-fiction.
Onder de Wankh is deel 35 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Mark Carpentier Alting verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1969. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Adam Reith, gestrand op de planeet Tschai, is vastbesloten een manier te vinden om naar de Aarde terug te keren. Na zijn gefaalde pogingen om een ruimteschip te bemachtigen van de Chasch en de Wankh, twee van de drie wedijverende buitenaardse rassen die Tschai bezetten, gooit Reith het over een andere boeg.
Met zijn makkers, de jonge Embleemnomade Traz en de afvallige Dirdirman Ankhe at afram Anacho, reist Reith naar de grote ruimtewerven van Sivishe. Daar, in een loods op de zoutvlakten onder de neus van de Dirdir, wil hij in het geheim een ruimteschip bouwen.
Maar om onderdelen te kopen heeft Reith sequijnen nodig. Véél sequijnen. Hij vat een vermetel plan op om de nodige rijkdom te vergaren en trekt de dodelijke Carabas in, het jachtreservaat waar de wrede Dirdir voor de sport op mensen jagen…
De Dirdir is het derde boek van de Tschai-cyclus, een der meest geliefde avonturenromans uit de hoogtijdagen van de SF.
De Dirdir is tevens deel 36 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1970. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
De omzwervingen van Adam Reith, Traz en Anacho over het oppervlak van Tschai, met in hun zog ingrijpende veranderingen in de verhoudingen tussen mensen, Chasch en Wankh, zijn niet bepaald onopgemerkt gebleven…
In hun Holen — een planeetomspannend netwerk van geheime tunnels, ondergrondse steden en eindeloze duistere kanalen — hebben de oorspronkelijke bewoners van Tschai, de mysterieuze Pnume, een sinistere belangstelling opgevat voor Reith.
Ondanks het verraad van Aila Woudiver is de voltooiing van Reiths nieuwe ruimteboot nabij en lijkt de terugkeer naar de Aarde in het verschiet te liggen. Maar de Pnume willen Reith hebben voor Vereeuwiging, en ze sturen hun Gzhindra dienaren eropuit om hem te halen…
De Pnume is het vierde en laatste boek van de Tschai-cyclus, een der meest geliefde avonturenromans uit de hoogtijdagen van de SF.
De Pnume is tevens deel 37 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1970. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
In het jaar 1499 van de Oikoumene overvielen vijf aartscriminelen — de even excentrieke als dodelijke Duivelsprinsen — de stad Fraaibergen. Ze voerden de meeste inwoners in slavernij weg naar de wetteloze Zelfkant van de Melkweg; wie niet geschikt was, werd gedood. De jonge Kirth Gersen en zijn grootvader ontkwamen bij toeval aan de slachting.
Nu, 25 jaar later, is de volwassen Gersen vastbesloten om de Duivelsprinsen op te sporen en ze voor hun gruwelijke misdaden te laten boeten. Op zijn lijstje staan vijf namen: Attel Malagate, Howard Alan Treesong, Viole Falushe, Kokor Hekkus, en Lens Larque. Maar de Zelfkant is groot, en waar te beginnen?
Op Smades Planeet heeft Gersen een toevallige ontmoeting met Lugo Teehalt, een Plaatsbepaler, die hem op het spoor van de ongrijpbare Malagate zet. Teehalt heeft tussen de honderdduizenden nog onverkende werelden van de Zelfkant een pareltje ontdekt: een ongerepte wereld die als twee druppels water lijkt op de Aarde van vóór de mensheid. Malagate wil deze wereld koste wat kost voor zichzelf hebben, en met de locatie als lokaas poogt Gersen de Duivelsprins te ontmaskeren…
De Sterrekoning is het eerste boek van de vijfdelige Duivelsprinsen reeks, waarin Kirth Gersen een voor een met zijn aartsvijanden afrekent.
De Sterrekoning is tevens deel 38 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Een eerdere versie van de vertaling van Erik Zwierd verscheen bij Meulenhoff, Amsterdam 1969. De Spatterlight editie bevat een door de vertaler herziene versie van de tekst en is conform de gerestaureerde tekst van de Vance Integral Edition.
Wanneer hij een mysterieuze opdracht aanneemt voor de IPCC, komt Kirth Gersen bij toeval oog in oog te staan met Kokor Hekkus, de grillige Duivelsprins die bekend staat als ‘de moordmachine’. Hekkus weet te ontkomen. Maar nu is Gersen hem op het spoor, vastbesloten hem te laten boeten voor zijn aandeel in de historische overval op Fraaibergen.
Er is maar weinig bekend over Kokor Hekkus: hij zou een eeuwenoude hormagaunt zijn; hij zou afkomstig zijn van de mythische planeet Thamber, waarvan niemand meer de locatie kent. Én hij is gefascineerd door complexe mechanismen, zoals de gruwelijke mechanische beul waaraan hij zijn bijnaam te danken heeft.
Gersen slaagt erin Hekkus’ plannen flink te dwarsbomen, en bedenkt een vernuftige list om de Duivelsprins uit de tent te lokken en het legendarische Thamber op te sporen…
De Moordmachine is het tweede boek van de vijfdelige Duivelsprinsen reeks, waarin Kirth Gersen een voor een met zijn aartsvijanden afrekent.
De Moordmachine is tevens deel 39 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1970. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Een nieuwsbericht over de aanstaande executie van Meester-Gifmenger Kakarsis Asm is voor Kirth Gersen het startpunt van de jacht op Duivelsprins Viole Falushe.
Van Sarkovy, waar uit de meest onschuldige fauna en flora de dodelijkste giffen worden gewonnen, via de fabrieken van de slavenhalers op Murchison, voert Gersens speurtocht hem naar de Oude Aarde.
In Rolingshaven ontmoet Gersen de waanzinnige dichter Navarth en diens jonge protegee, de even lieflijke als enigmatische Zan Zu van Eridu. De chaotische drinkebroer Navarth kent Viole Falushe van vroeger en heeft zo zijn eigen redenen om de Duivelsprins te haten.
Gersen bedenkt een list om zich samen met Navarth en Zan Zu uit te laten nodigen voor een bezoek aan het Paleis van de Liefde, Falushe’s legendarische lusthof op een geheime wereld in de Zelfkant. De Duivelsprins waart anoniem rond onder zijn gasten, en Gersen moet hem zien te identificeren vooraleer Zan Zu het slachtoffer wordt van Falushe’s obsessie…
Het Paleis van de Liefde is het derde boek van de vijfdelige Duivelsprinsen reeks, waarin Kirth Gersen een voor een met zijn aartsvijanden afrekent.
Het Paleis van de Liefde is tevens deel 40 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1973. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Op de ruimtehaven van Rath Eileann op Aloysius wordt het vrachtschip Ettilia Gargantyr verwacht. Kirth Gersen weet dat de eigenaar van het schip niemand minder is dan de Duivelsprins Lens Larque, en bedenkt een list om de Gargantyr aan de ketting te laten leggen teneinde Lens Larque ertoe te verleiden voor de Vegaanse rechtbank te verschijnen om zijn eigendom voor inbeslagname te vrijwaren.
Van de op anonimiteit gestelde Lens Larque weet Gersen enkel dat hij een uitgestoten Darsh is van de Bugoldclan van de woestijnplaneet Dar Sai. Zich uitgevend voor een verslaggever van het tijdschrift Cosmopolis infiltreert Gersen de Darshe gemeenschap van Rath Eileann in de hoop Lens Larque te identificeren zodra deze voet zet op Aloysius.
Gersen komt er snel achter dat de cuisine van Dar Sai al even grotesk en wansmakelijk is als de Darsh zelf, en een aandelenzwendel rondom het Kotzash Onderlinge mijnbouwsyndicaat lijkt alles te maken te hebben met een mysterieus project van de op grappen beluste Lens Larque die nooit een vernedering vergeet. Het Kotzash spoor zal Gersen uiteindelijk naar de wereld Dar Sai en diens zusterplaneet Methel leiden in zijn jacht op de gevreesde Duivelsprins…
Lens Larque is het vierde boek van de vijfdelige Duivelsprinsen reeks, waarin Kirth Gersen een voor een met zijn aartsvijanden afrekent.
Lens Larque is tevens deel 41 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Jaime Martijn verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1979. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Op het kantoor van Cosmopolis in Pontefract op Aloysius, vindt Kirth Gersen een ingezonden foto van tien onbekenden aan een banket. Iemand heeft erboven geschreven: ‘H.A. Treesong is hier’. Treesong is de laatste van de Duivelsprinsen, vijf bijna legendarische meestercriminelen waarop Gersen zich wil wreken voor de overval op Fraaibergen lang geleden.
Gersen moet zien te achterhalen waar de foto gemaakt is. En bovenal: wie van de mannen op de foto is de mysterieuze Howard Alan Treesong? Gebruikmakend van zijn dekmantel van ‘speciaal redacteur’ Henry Lucas, schrijft Gersen een prijsvraag uit die door de hele Oikoumene wordt verspreid: de eerste deelnemer die de tien mannen en vrouwen op de foto correct identificeert, wint een aanzienlijk geldbedrag.
De wedstrijd loopt aardig in de kijker en lokt de nodige reacties uit. Niet het minst die van de Duivelsprins zelf. Maar daarop heeft Gersen gerekend…
Het Boek der Dromen is het vijfde en laatste boek van de Duivelsprinsen reeks, waarin Kirth Gersen een voor een met zijn aartsvijanden afrekent.
Het Boek der Dromen is tevens deel 42 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: David Russell. Deze vertaling van Jaime Martijn verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1981. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling.
De afgelegen planeet Durdane is lang geleden gekoloniseerd door een allegaartje van Aardse minderheden die besloten hun heil tussen de sterren te zoeken. De afstammelingen daarvan bevolken nu de tweeënzestig kantons van het subcontinent Shant.
In Shant dwingt de gevreesde en mysterieuze Anome, de Man zonder Gezicht, gehoorzaamheid af aan de lokale wet- en regelgeving: iedere volwassen inwoner van Shant draagt een explosieve halsband met unieke kleurcodering. Wie zich misdraagt, raakt letterlijk het hoofd kwijt!
In kanton Bastern groeit de jonge Mur op in de schaduw van de tempel van de Chilieten, een misogyne religieuze orde die er de plak voert. Volgens de plaatselijke gebruiken is Mur voorbestemd tot een leven als Zuivere Knaap alvorens zelf Chiliet te worden. Mur heeft echter andere toekomstplannen. Bovendien komen er vanuit de Hwan, het bergachtige midden van Shant, onrustbarende geruchten over moordende hordes rode barbaren, de Roguskhoi, en iedereen vraagt zich af waarom de Anome er niets aan lijkt te gaan doen…
De Anome is het eerste boek in de Durdane trilogie en deel 43 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Konstantin Korobov. Een eerdere versie van de vertaling van Pon Ruiter verscheen bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is door de vertaler herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat 4 pagina’s uitgebreide en gecorrigeerde kaarten uit de Vance Integral Edition.
Nu hij achter de identiteit van de Anome en zijn Genadebrengers is gekomen, heeft de musicus Gastel Etzwane de facto de macht over heel Shant in handen. Maar om zijn plannen te verwezenlijken — de strooptochten van de Roguskhoi een halt toeroepen en de rode horde uit Shant verdrijven — heeft Etzwane niet alleen betrouwbare bondgenoten nodig, maar ook moderne wapens.
Etzwane schakelt zijn oude vrienden in, de troep van Frolitz en zijn Roze-Zwart-Azuur-Donkergroenen, en gebruikt het netwerk van Discriminatoren om zijn vader, de druithine Dystar, op te sporen. Ook wil hij achterhalen wat er is gebeurd met Jerd Finnerack, de jongen van het ballonspoor die hem destijds op het idee bracht om uit de contractslavernij van Angwin-Wissel te ontsnappen.
De technologische ontwikkeling in Shant stagneert al vele eeuwen, en de bijeengeroepen technici breken zich het hoofd over hun opdracht om snel met efficiënte wapens op de proppen te komen. Intussen vermeerderen de Roguskhoi zich razendsnel en worden hun uitvallen in de kantons van Shant alsmaar driester — alsof er een plan achter zit …
De Roguskhoi is het tweede deel van de Durdane trilogie en deel 44 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Konstantin Korobov. Een eerdere versie van de vertaling van Pon Ruiter verscheen bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is door de vertaler herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat 4 pagina’s uitgebreide en gecorrigeerde kaarten uit de Vance Integral Edition.
Nadat ze er getuige van zijn hoe de laatste Roguskhoi aan boord van een ruimteschip Durdane ontvluchten, keren Gastel Etzwane en Ifness terug naar Garwiy. Etzwane treedt af als lid van het Purperen Huis van Patriciërs en is weer een gewone musicus.
Maar het mysterie van de oorsprong van de Roguskhoi laat hem niet los, en van een zeeman verneemt Etzwane dat er in de weidse binnenlanden van het naburige continent Caraz een grote horde zou zijn gesignaleerd.
Etzwane moet Ifness, die zoals gebruikelijk vooral begaan is met zijn status binnen het Historisch Instituut, overtuigen om een expeditie naar Caraz op touw te zetten en meer informatie te verzamelen over de Roguskhoi en hun parasitaire asutra.
Het wordt een lange en gevaarlijke tocht, en de de wildernis van Caraz blijkt vergeven van de slavenhalers waardoor hele gebieden gedecimeerd zijn. Maar wie of wat heeft zo veel slaven nodig? Waar zijn al deze mensen heengevoerd?
De Asutra is het derde deel van de Durdane trilogie en deel 45 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Konstantin Korobov. Een eerdere versie van de vertaling van Pon Ruiter verscheen bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is door de vertaler herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat 4 pagina’s uitgebreide en gecorrigeerde kaarten uit de Vance Integral Edition.
In de loop van dertigduizend jaar menselijke expansie door de Melkweg kende Koryphon, een wereld van het Gaiaanse Bereik, meerdere immigratiegolven. Iedere nieuwe groep nam land in beslag en vestigde zich tussen de inheemse soorten — de kleurrijke maar gevaarlijke morfoten en de dodelijke telepathische erjins.
Tussen de nomadische Windrenners die met hun van masten voorziene wagens over de mosvlakten van de Palgahooglanden bolderen, de woeste Uldra krijgers van de Alouan op hun tamme erjins, en de aristocratische outkers van de miljoenenstad Olanje bestaat een ongemakkelijk status quo.
Tweehonderd jaar geleden bezette een aantal outker vrijbuiters een groot deel van de Alouan en hun nakomelingen heersen nu vanuit extravagante landhuizen als feodale landbaronnen over de uitgestrekte domeinen van Koryphon. Een groep wilde Uldra, destijds naar de Oudlanden verdreven, is van plan om het land van hun voorvaderen terug te pakken. Ze worden geleid door de charismatische Grijze Prins, een Garganche Uldra die is opgegroeid te midden van de outkers en zich nu tegen hen keert. Maar de landbaronnen zijn niet van plan om hun bezit zomaar op te geven…
De domeinen van Koryphon is deel 46 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier. De vertaling van Warner Flamen verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Als Glinnes Hulden na tien jaar dienst bij de Whelm, het militaire apparaat van de Alastor Groep, terugkeert naar de Waterlanden op zijn thuisplaneet Trullion, blijkt dat zijn oudere broer Shira wordt vermist — vermoedelijk gedood door merlingen, de sinistere waterwezens waarmee de Trills hun idyllische wereld delen. Intussen heeft zijn tweelingbroer Glay Ambal Eiland, een deel van het familiebezit, verkwanseld aan een buitenwerelder en het geld gedoneerd aan de Fanscherade, een beweging van wereldverbeteraars waarbij hij zich heeft aangesloten.
Glinnes moet op zoek naar fondsen om de verkoop van Ambal Eiland ongeldig te laten verklaren en de nieuwe bewoner uit te kopen. Daartoe sluit hij zich aan bij de Fleharish Gorgons, het nieuwe hussadeteam van Heer Gensifer. Als het team kan doorbreken in de populaire en ruige hussadesport met de aantrekkelijke sheirls, moet het prijzengeld Glinnes voldoende opleveren om Ambal terug te kopen. Glinnes’ plan lijkt te gaan slagen, maar dan volgt een reeks gebeurtenissen die het leven op Trullion grondig op zijn kop zetten, en Glinnes lijkt verder dan ooit van zijn doel verwijderd…
Trullion: Alastor 2262 is deel 47 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in het jaar van de honderdste geboortedag van de schrijver. Het is het eerste boek van de Alastorcyclus waarin Jack Vance ons meeneemt naar de 3,000 bewoonde werelden van de Alastor Groep. De Alastorboeken kunnen onafhankelijk van elkaar worden gelezen. Omslagillustratie: Konstantin Korobov.
De jonge schilder Jantiff Ravensroke vertrekt op studiereis naar Wyst, de enige planeet van de witte ster Dwan, waarvan wordt beweerd dat haar glorieuze licht ieder oppervlak laat trillen met zijn ware kleur.
Jantiff vestigt zich in de megapolis Uncibal waar men zich opmaakt om het Eeuwfeest van de Egalistische Samenleving te vieren die haar burgers in alle levensbehoeften voorziet, en daartoe slechts een 13-urige werkweek van iedereen verlangt. Maar terwijl hij de imposante stadsgezichten schildert — bontgekleurde woontorens in geometrisch gelid, badend in het zinderende licht van Dwan — en gezichten schetst uit de mensenmassa’s die zich met miljoenen tegelijk op gigantische rolpaden door de stad bewegen, komt Jantiff er al snel achter dat dit utopische paradijs van gelijkheid, vrijheid, en zelfexpressie, ook zijn minder aangename kanten heeft. En wanneer hij geheel onbedoeld in een sinistere intrige verzeild raakt is het zeer de vraag of hij het er levend vanaf zal brengen…
Wyst: Alastor 1716 is deel 48 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in het jaar van de honderdste geboortedag van de schrijver. Het is het tweede boek van de Alastorcyclus waarin Jack Vance ons meeneemt naar de 3,000 bewoonde werelden van de Alastor Groep. De Alastorboeken kunnen onafhankelijk van elkaar worden gelezen. Omslagillustratie: Konstantin Korobov.
In de aankomsthal van de Carfaunge Ruimtehaven op Bruse-Tansel, Alastorwereld 1102, wordt een verwarde jongeman aangetroffen. Hij heeft geen cent op zak en herinnert zich absoluut niets — zelfs niet zijn eigen naam of waar hij vandaan komt.
Men noemt de man Pardero — naar een roemruchte hussadespeler — en brengt hem onder in een werkkamp waar hij door middel van hard maar eerlijk werk wat geld kan verdienen. Langzamerhand komt ‘Pardero’ tot het besef dat iemand hem moedwillig zijn herinneringen heeft ontnomen en hem vervolgens heeft gedumpt op deze grijze wereld aan de rand van de Alastor Groep. Pardero zweert erachter te zullen komen wie zijn vijand is, en wat zijn thuiswereld is. In het Ziekenhuis van de Connatic op Numenes hoopt hij zijn geheugen te laten herstellen…
Pardero’s zoektocht naar zijn identiteit zal hem naar Marune leiden, de enige bewoonbare wereld van een stelsel van vier verschillend gekleurde sterren die in hun gravitationele dans de planeet in steeds wisselende kleurcombinaties laten baden. Hier leeft hoog in de bergen een kaste van krijger-geleerden met nogal extravagante zeden en gebruiken. Is dit waar Pardero thuishoort?
Marune: Alastor 933 is het derde boek van de Alastorcyclus waarin Jack Vance ons meeneemt naar de 3000 bewoonde werelden van de Alastor Groep. De Alastorboeken kunnen onafhankelijk van elkaar worden gelezen. Omslagillustratie: Konstantin Korobov.
Voor het eerst in een band: de twee novelles met de avonturen van Miro Hetzel, bewerkstelliger.
De machines van Maz — Miro Hetzel is een bewerkstelliger met een reputatie: zijn tarieven zijn exorbitant, zijn methoden onorthodox, maar daar waar andere galactische speurneuzen falen lost hij wel de meest complexe zaken op! Dat is dan ook de reden waarom Sir Ivon Hacaway besluit van Hetzels diensten gebruik te maken. Hacaway’s bedrijf produceert peperdure complexe electronica en wordt plots geconfronteerd met een nieuwe concurrent, Istagam, die dezelfde apparatuur voor een schijntje op de markt brengt. Het gekke is dat Istagam zijn producten op Maz lijkt te fabriceren, een planeet die niet bepaald bekend staat voor zijn technologische producten. Integendeel: de autochtone bewoners van Maz, de 229 Gomaz krijgerstammen, schijnen enkel geïnteresseerd te zijn in elkaar onderling uitmoorden. Hetzel krijgt de opdracht een bewerkstelliging uit te voeren…
Freitzke’s beurt — Wanneer Miro Hetzel een delicate opdracht aanvaardt van de welgestelde Conwit Clent, blijkt hij zijn oude jeugdvriend Faurence Dacre op te moeten sporen. Dacre is een beroemd chirurg geworden, maar paradoxaal genoeg laat hij een spoor van mindervaliden achter. In het afgelegen dorp Masmodo op Gietersmond ontmoet Hetzel de zusjes Otile, Impie, Zerpette en Freitzke, die ieder op hun beurt voor hun vader, de oude dokter Leuvil zorgen. Het is nu Zerpette’s beurt, en spoedig zal het Freitzke’s beurt zijn. Hetzel voelt dat Faurence zich ergens in de buurt moet schuilhouden…
Miro Hetzel is deel 50 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Jared Pullen. De oorspronkelijke vertaling van De machines van Maz door Ivain Rodriguez de Léon is herzien door Zeno ter Brughe. De vertaling van Freitzke’s beurt is van Jaime Martijn. Beide verhalen verscheen eerder separaat bij Meulenhoff.
Aan de rand van het Gaiaanse Bereik hangt middenin de desolate regio van het Grote Gat, de eenzame ster Mora waaromheen de dubbelplaneten Maske en Skay hun complexe banen walsen. Op Maske wordt het gebied Thaery met zijn dertien gouwen bevolkt door de afstammelingen van de laatste menselijke migratiegolf die er eeuwen geleden een nieuw thuis vonden.
Nadat zijn oudere broer de erfgenaam van Huize Droad wordt, trekt de jonge aristocraat Jubal Droad de wereld in om over zijn toekomst in de rijk geschakeerde Thariotse kastensamenleving na te denken. Geld heeft hij niet, en zijn adellijke titel stelt buiten de grenzen van zijn eigen gouw ook niet veel voor.
In de bergen van Isedel, vlak bij de grens met de naburige wilde landen van Djanad, kruist een merkwaardig personage vergezeld van een peloton perruptors — soldaten gerekruteerd uit de sociaal zonderlinge Djans — Jubals pad en dat wordt hem bijna fataal.
Nadat hij van zijn verwondingen is genezen laat Jubal het er niet bij zitten en hij gaat op zoek naar het arrogante individu dat hem voor dood achterliet, vastbesloten om verhaal te halen. Zo komt hij een samenzwering op het spoor die niet alleen Thaery, maar de hele wereld Maske onherroepelijk dreigt te veranderen. En niet bepaald ten goede…
Maske: Thaery is deel 51 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Marcel Laverdet. De vertaling van Ivain Rodriguez de Léon verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
In een tijd voor Koning Arthur wordt er in de koninklijke familie van Lyonesse, een van de bakkeleiende koninkrijken die samen de mythische archipel der Oude Eilanden uitmaken, een prinses geboren.
Suldrun groeit op tot een ietwat dromerig meisje aan wie noch de complexe hofintriges, noch de uithuwelijkingsplannen van haar ambitieuze vader, koning Casmir, besteed zijn.
Wanneer Suldrun naar een vergeten deel van de paleistuin verbannen wordt, begint een weergaloos avontuur waarin Grootmeester Jack Vance ons op zijn unieke manier meeneemt van de kerkers van kasteel Haidion naar het betoverde Woud van Tantrevalles met zijn scharen halflingen, heksen, trollen en menseneters; van de wispelturige elfen van de Thripsey Schoei naar de landhuizen van wedijverende magiërs en het onneembare kasteel Tintzin Fyral.
De Tuin van Suldrun is deel 52 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight in het jaar van de honderdste geboortedag van de schrijver. Het is het eerste deel van de vermaarde Lyonesse trilogie, het Fantasy magnum opus van Jack Vance. Deze vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1984. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat 6 pagina’s nieuwe kaarten. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier.
Na de val van Kasteel Tintzin Fyral wordt Faude Carfilhiot opgeknoopt en zijn lijk verbrand. Maar uit de brandstapel ontsnapt een smerige groene walm, de kwaadaardige essentie van de heks Desmeï. De wind voert de walm mee naar zee, waar deze zich met het zeeschuim vermengt en samenbalt tot een groene parel die wordt opgeslokt door een bot. Wanneer de bot wordt gevangen door een arme visser blijkt al gauw dat de parel ieder die hem aanraakt aantast met hebzucht en uiteindelijk zijn eigenaar in het verderf stort.
Terwijl de parel van hand tot hand gaat, poogt koning Aillas in Noord-Ulfland de invasie van de Ska tot staan te brengen, en laaien de ambities van koning Casmir om koning van de Oude Eilanden te worden weer fel op. Aan Casmir’s gemoedsrust knaagt de profetie van de magische spiegel Persilian dat niet hijzelf maar de eerstgeborene van de prinses Suldrun op de troon Evandig zal komen te zitten. Casmir zal dan ook alles in het werk stellen om Glyneth en prins Dhrun te vinden, en schuwt daarbij niet om de hulp in te roepen van onfrisse figuren als Visbhume, een tovenaarsdiscipel zonder scrupules.
De Groene Parel is deel 53 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Het is het tweede deel van de vermaarde Lyonesse trilogie, het Fantasy magnum opus van Jack Vance. Deze vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1985. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat 6 pagina’s nieuwe kaarten. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier.
Na het verdrijven van de Ska houdt Koning Aillas met zijn Ulfse troepen de onneembare vesting Poëlitetz bezet, tot groot ongenoegen van Koning Audry van Dahaut, op wie de Ska het fort hadden veroverd. Koning Casmir van Lyonesse is er al evenmin gelukkig mee, want nu kan hij Dahaut niet langer via de Vlakte der Schaduwen binnenvallen; de Oude Eilanden balanceren op het randje van een grote oorlog…
Hoog in de Teach tac Teach tracht oppermagiër Murgen vanuit zijn kasteel Swer Smod een mysterieuze dreiging af te wenden, terwijl vanuit een glazen bol de verslagen Tamurello hem in de vorm van een wezelskelet met boosaardige zwarte oogjes gadeslaat.
Prinses Madouc van Lyonesse komt erachter dat ze een wisselkind is en besluit om, bijgestaan door Ridder Pom-pom, de wijde wereld in te trekken op zoek naar haar stamboom en de Graal. Het wordt een tocht vol gevaren en magie terwijl in de diepte Joald zich roert…
Madouc is deel 54 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Voor Madouc, het sluitstuk van de vermaarde Lyonesse trilogie, ontving Jack Vance een World Fantasy Award. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier. Deze vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff, Amsterdam 1990. De tekst van de Spatterlight editie is op diverse punten gecorrigeerd en aangepast aan de hedendaagse spelling. Bevat 6 pagina’s nieuwe kaarten.
Al sinds haar ontdekking is de adembenemend mooie wereld Cadwal het eigendom van het Aards Genootschap van Natuurkenners, en behoedt het Handvest van het Genootschap de natuurlijke rijkdommen van Cadwal voor exploitatie door de mens.
Om toe te zien op de naleving van het Handvest werd Station Araminta gesticht: een kleine enclave met een strikt gereguleerd bevolkingsaantal, van waaruit de zes grote Huizen met aan hun hoofd de Conservator van het Genootschap, nu al negenhonderd jaar lang Cadwal beheren en beschermen.
In Huis Clattuc groeit de jonge Glawen op en moet daarbij voortdurend het hoofd bieden aan de machinaties van de geduchte Dame Spanchetta, die op slinkse wijzen tracht hem het Huis uit te werken omdat ze ooit werd versmaad door Glawens vader Scharde.
Glawen treedt toe tot Bureau B, dat het reservaat patrouilleert en instaat voor de ordehandhaving op Cadwal. En dat is nodig ook, want er hangt verandering in de lucht. Er vinden sinistere gebeurtenissen plaats en een toenemend aantal individuen beschouwt het oude Handvest als slechts een voorbijgestreefde belemmering voor het vergaren van macht en rijkdom…
Station Araminta is het eerste boek in de trilogie De Kronieken van Cadwal en tevens deel 55 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier. De vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Uit de brief die Floreste enkele uren voor zijn terechtstelling schreef, leert Glawen Clattuc dat zijn vermiste vader Scharde waarschijnlijk nog in leven is en gevangengehouden wordt in de dodelijke wildernis van het continent Ecce. Glawen probeert Bodwyn Wook ervan te overtuigen om een reddingsactie op touw te zetten, maar dat kon weleens een riskante onderneming worden…
Intussen is Wayness Tamm op de Oude Aarde aangekomen waar ze haar oom Pirie Tamm opzoekt, de secretaris van het Genootschap van Natuurkenners. Twee belangrijke genootschapsdocumenten zijn al tientallen jaren spoorloos: de Akte van Eigendom en het originele Handvest van Natuurbehoud dat de hele planeet Cadwal met haar unieke fauna en flora de status van natuurreservaat verleent.
Wayness besluit om met de steun van haar oom op zoek te gaan naar de Akte en het Handvest. Maar er zijn ook andere partijen die wat graag de hand willen leggen op de oude documenten. Julian Bohost met zijn politieke idealen van vooruitgang en verandering, en Smonny Clattuc die Yipton in haar macht heeft, willen niets liever dan de controle over Cadwal verwerven. Er begint een meedogenloze klopjacht, zowel op de decadente Oude Aarde als ver daarbuiten…
De Oude Aarde is het tweede boek in de trilogie De Kronieken van Cadwal en tevens deel 56 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier. De vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Wayness en Glawen zijn erin geslaagd om de plannen van hun tegenstanders te dwarsbomen, maar dat betekent niet dat het gevaar nu geweken is. De LVV’ers van Julian Bohost en Dame Clytie Vergence willen zich nog steeds een deel van het Reservaat toe-eigenen om er als landadel met Yipse bedienden de plak te zwaaien. En Smonny, bijgestaan door haar voortvluchtige minnaar Namour, zint onverminderd op wraak en wil het liefst Station Araminta en al haar bewoners vernietigd zien.
Wanneer Conservator Egon Tamm, vergezeld door Bodwyn Wook en zijn agenten van Bureau B, naar de Stromafjord op het zuidelijke continent Throy reist om er verregaande nieuwe maatregelen ten voordele van het natuurbehoud af te kondigen, krijgt het gezelschap lucht van een sinister complot.
Glawen Clattuc en Eustace Chilke worden eropuit gestuurd om de bouw- en transportmagnaat Lewyn Barduys en diens enigmatische compagnon, de beeldschone Flitz, op te sporen en te achterhalen wat hun rol is in de plannen van Smonny en Dame Clytie. Het duurt niet lang voor de zaken een dramatische wending nemen…
Throy is het derde boek in de trilogie De Kronieken van Cadwal en tevens deel 57 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Luc Desmarchelier. De vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Op expeditie naar het semibeschaafde Camberwell redden Hilyer en Althea Fath, een stel antropologen die er onderzoek verrichten naar de muziek van de onwelriekende Vongo-zigeuners, een kind dat door een groepje boerenpummels bijna wordt doodgeknuppeld.
De jongen is hysterisch en duidelijk getraumatiseerd. In het lokale ziekenhuis wordt zijn primaire geheugen gewist zodat hij zich zo goed als niets herinnert. Behalve dat hij Jaro heet — en de aanblik van een sinistere in het zwart geklede man, buiten in het maanlicht.
De kinderloze Faths adopteren Jaro en nemen hem mee naar hun thuiswereld Gallingale waar hij in betrekkelijke rust opgroeit tot een knappe intelligente jongeman. Hilyer en Althea zien voor Jaro een mooie academische carrière weggelegd, en weigeren hem in te lichten over de omstandigheden waarin ze hem ooit vonden. Tenminste niet totdat Jaro zijn studie heeft afgerond.
Naarmate de jaren vorderen wordt Jaro echter steeds onrustiger en hij besluit ruimtevaarder te worden om op zoek te gaan naar het mysterie van zijn afkomst, zijn echte familie op te sporen en de duistere raadselen te ontrafelen die besloten liggen in zijn vergeten eerste levensjaren. Een keuze die hem naar een decadente wereld zal voeren, aan de verste rand van de Melkweg, waar de eenzame ster Nachtlamp haar zwakke schijnsel in de kosmische leegte strooit…
Nachtlamp is deel 58 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Joe Bergeron. De vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Na zijn studie kosmologie aan het College voor Omschrijfbare Voortreffelijkheden te Salou Sain op de wereld Vermazen, neemt de jonge Myron Tany zijn intrek op Huize Sarbiter, het schitterende landgoed van zijn flamboyante oudtante, joffer Hester Lajoie.
Joffer Hester, een geducht societyfiguur, is eigenares geworden van het ruimtejacht Glodwyn, nadat ze een geding wegens smaad won tegen Gower Hatchkey die de euvele moed had gehad om haar een ‘kale oude feeks met een knalrode pruikenbol’ te noemen.
In eerste instantie vertoont joffer Hester — tot grote teleurstelling van Myron — geen enkele interesse in ruimtereizen. Maar daarin komt verandering wanneer ze een artikel leest over de verjongingskliniek van ene dr. Maximus op de mysterieuze wereld Kodaira. Joffer Hesters gladde aanbidder Dauncy Covarth moet een bemanning voor de Glodwyn regelen, opdat de zoektocht naar de bron van de eeuwige jeugd kan beginnen.
Wat volgt is een lange en grillige tocht door de eindeloze nacht van het universum, met in iedere aanleghaven weer zonderlinge culturen, bonte personages en een nieuw avontuur…
De wilde vaart is de eerste helft van Vance’s allerlaatste roman Havens in de nacht en tevens deel 59 van Het Verzameld Werk van Jack Vance, uitgegeven door Spatterlight. Omslagillustratie: Joe Bergeron. De vertaling van Annemarie van Ewyck verscheen eerder bij Meulenhoff. De tekst van de Spatterlight editie is herzien en aangepast aan de hedendaagse spelling.
Jack Vance was decennialang de meest gelezen SF-schrijver in de lage landen. De Amerikaanse SF en Fantasy Grootmeester schreef in totaal 140 romans, novelles en verhalen, waarvan er tussen 1965 en 2005 ongeveer 110 in het Nederlands verschenen. De alomtegenwoordigheid van Vance werd niet alleen gevoeld door de Vlaamse en Nederlandse SF-lezers, maar heeft ook een enorme invloed gehad op het schrijverstalent van eigen bodem. In deze hommage aan Vance presenteert Spatterlight 19 verhalen van Nederlandstalige auteurs die stuk voor stuk door hem beïnvloed werden. Sommige verhalen zijn duidelijk in Vance’s stijl, terwijl andere schrijvers een geheel eigen weg gaan. Maar net als de Meester zelf verdienen ook zij de titel van… Wereldbedenker!
Naast speciaal voor deze bundel geschreven verhalen van Johan Klein Haneveld, Mike Jansen, Tais Teng en Peter Kaptein, is eerder verschenen werk opgenomen van Eddy C. Bertin, Frank Roger, Gerben Graddesz Hellinga, Jaap Boekestein, Jan J.B. Kuipers, Jos Lexmond, Marcel Orie, Marcel Ozymantra, Mark J. Ruyffelaert, Paul Harland, Paul van Leeuwenkamp en Peter Schaap. Ook schreven alle auteurs een introductie waarin ze hun band met het werk van Vance toelichten.
In het Hyborische tijdperk, tienduizend jaar voor onze tijdrekening, worden exotische landen als Shem, Kush, Hyrkanië, Argos, Ophir, Vanaheim, Zingara, Khitai, en Stygië bevolkt door wulpse courtisanes, sinistere priesters, koene helden, corrupte gouverneurs, duivelse tovenaars, krankzinnige magiërs, wrede dictators, woeste ruiterstammen, harde nomaden, bloeddorstige piraten, en een luisterrijke verzameling bovennatuurlijke monsters, gedegenereerde resten van oude volkeren, levende mummies, mensenetende apen en griezels van steen en ijzer, de een nog sinisterder dan de ander. Door deze onmogelijke wereld trekt de archetypische barbaarse held Conan van Cimmerië een bloedig spoor…
Van de eenentwintig oorspronkelijke Conan-verhalen die Robert E. Howard tussen 1932 en 1935 schreef, selecteerde vertaler en Conan-kenner par excellence Pon Ruiter voor deze bundel de zeven allerbeste.
Voor de hedendaagse fan van sword & sorcery die graag kennis wil maken met de roots van het genre, biedt Spatterlight deze collectie aan van speciaal door de vertaler herziene vertalingen, geïllustreerd met vijftien zwart-wit platen van Stephen Fabian.
Inhoud:
Na talloze omzwervingen als dief, huurling, piraat en zelfs generaal, wurgt Conan op zijn veertigste de verdorven koning van Aquilonië, het machtigste koninkrijk van Hyborië, en neemt diens troon in bezit. Een rustig en ongedwongen koningschap is Conan echter niet beschoren want zijn vijanden gebruiken een machtig oud juweel, het Hart van Ahriman, om de mummie van Xaltotun, een drieduizend jaar tevoren gestorven tovenaar uit het sinds mensenheugenis tot stof vergane duistere rijk Acheron, weer tot leven te wekken en met diens hulp Conan van de Aquilonische troon te stoten. Maar Xaltotun heeft zo zijn eigen plannen met de wereld en Conan moet zich als een bezetene weren tegen diens toverkunsten…
Het Uur van de Draak is vintage Howard. Groots en meeslepend, razend spannend, geschreven in een prachtige, gespierde stijl door de grondlegger van de sword & sorcery.
In de Conan-sage neemt de enige roman, Het Uur van de Draak, een unieke plaats in. In zijn introductie tot deze herziene editie gaat vertaler en Conan-kenner par excellence Pon Ruiter nader in op de omstandigheden waarin Robert E. Howard in 1934 het verhaal op papier slingerde.
Een naamloze jonge vrouw ontwaakt in een slapende vulkaan, zonder besef van wie ze is en hoe ze daar terecht is gekomen. Vervloekt door de demon Karrakaz gaat ze op zoek naar haar Zieljade, in een wrede, door mannen gedomineerde wereld. Algauw ontdekt ze dat ze de laatste overlevende is van het Verloren Ras en beschikt over bijzondere krachten. Daardoor wordt ze vereerd als genezeres en opgestane godin. Maar toch zal ze zich aan haar demonen moeten ontworstelen om waarlijk zichzelf te kunnen zijn…
Toen Het Geboortegraf in 1975 verscheen — de auteur was pas 27 — sloeg het boek in als een bom. Dit was donkere fantasy, een orgie van heroïek, hartstocht en sensualiteit, met een absoluut geloofwaardige heldin, die, moedig én kwetsbaar, tussen de ruïnes van een dode beschaving op zoek gaat naar haar identiteit, en dat alles elegant en zeer barok beschreven. Dit meesterwerk van de heroic fantasy vestigde een nieuwe norm voor het genre. En terecht: ook nu nog hebben het verhaal van de zoektocht van een jonge vrouw naar haar ware zelf en de poëtische schrijfstijl van Tanith Lee niets aan kracht ingeboet.
Het Geboortegraf vormt samen met Schaduwvuur en De Witte Heks de klassieke gelijknamige Geboortegraf trilogie. De vertaling is voor deze editie door Pon Ruiter herzien.
Tuvek is als krijger opgevoed onder de nomaden van de Dagkta, verwekt door de brute krarl-hoofdman Ettook bij diens favoriete exotische vrouw Tathra, die is buitgemaakt tijdens een rooftocht. Ieders hand is tegen hem opgeheven. Want Tuvek is anders dan anders: littekens en verwondingen verdwijnen en tatoeages laten geen sporen na.
Op een grimmige nacht leert Tuvek zijn ware afkomst kennen: hij is een wisselkind, de zoon van de laatste vrouw van een machtig volk. Een vrouw die ooit de ondergang heeft gebracht over de tovenaar-koning die zijn vader was en hem zijn geboorterecht heeft ontnomen.
In zich voelt Tuvek hoe de Kracht van zijn vader zich begint te roeren. Hij besluit zijn vader te wreken, neemt diens naam Vazkor aan en begint aan een queeste om zichzelf te vinden en ook zijn moeder te zoeken en haar te doden. Zijn tocht voert hem door gebieden van grootse, maar ongenaakbare schoonheid, onsterfelijke ruïnes, decadente volken en wrede oorlogen…
Schaduwvuur is het tweede deel van de klassieke Geboortegraf-trilogie, geschreven in de barokke, kleurrijke stijl die Tanith Lee beroemd heeft gemaakt. De vertaling is voor deze editie door Pon Ruiter herzien.
Hij had de naam aangenomen van de vader die hij nooit had gekend: Vazkor, heerser over een verslagen rijk. In zijn aderen stroomde ook het bloed van de Witte Heks die hem had gebaard, de laatste overlevende van het gehate Oude Volk. Hij had de schim van zijn vader gezworen dat hij haar op zou sporen en doden.
Steeds verder voert zijn tocht door een decadente wereld. Hij volgt het spoor van zijn moeder, en in het Masriaanse rijk aan de overkant van de oceaan, komt zijn Kracht, geërfd van zijn ouders, helemaal tot bloei en verwerft hij zich een reputatie als genezer, als tovenaar, ja, als god… Daarnaast groeit zijn twijfel. Verdient zijn moeder, Uastis, Karrakaz, de Witte Heks uit de vulkaan, het wel om te sterven?
In het slotdeel uit de befaamde Geboortegraf-trilogie, haar eerste romans voor volwassenen, biedt Tanith Lee een staalkaart van de gloedvolle beeldentaal die haar beroemd heeft gemaakt. Het onverwachte slot, zowel een einde als een nieuw begin, zal iedereen verbazen. De vertaling is voor deze editie door Pon Ruiter herzien.
Het is enkele generaties na de derde galactische oorlog, en van de befaamde Honderd Werelden van de mensheid zijn er nog slechts zo’n zeventig over. Het menselijk ras is moe van het lange vechten; er is geen puf meer voor uitbreiding of vooruitgang; het behoud van de status quo is het beste waarop gehoopt kan worden.
De enige verbinding die de arme en afgelegen wereld Pia 2 nog heeft met de rest van de mensheid, is het Q-schip van het Gilde van de Tweede Academie, dat eens in de vijf jaar langskomt om het Gildestation te bevoorraden en de roodvleugeloogst op te halen. Roodvleugel gedijt enkel op Pia 2 en het extract ervan is een essentiële grondstof voor de farmaceutische industrie. Wanneer de oogst gestaag terugloopt, wordt Edran Lomar als gezant van het Gilde naar Pia 2 gestuurd met de opdracht te achterhalen wat er aan de hand is en het probleem te verhelpen.
Maar geen van de betrokken partijen zit op Lomars bemoeienissen te wachten: niet de bureaucraten van het Gildestation, en ook niet de Tocks, de deels verwilderde en deels gedegenereerde afstammelingen van de oorspronkelijke kolonisten van Pia 2. En dan zijn er ook nog de rorks: angstaanjagende inheemse fauna met het voorkomen van reusachtige vierpotige spinnen. Welke rol spelen zij in deze hele toestand? Lomar wordt, tegen wil en dank, de katalysator die het broze evenwicht op Pia 2 verstoort.
Avram Davidson (1923 - 1993) was een van de groten van de 20ste eeuwse sciencefiction en fantasy. Davidson stond bekend om zijn eruditie en literaire stijl. Zijn werk is bekroond met onder andere een Hugo en meerdere World Fantasy Awards.
Wake the living Galleons at your peril…
The Elder Race once ruled the entire Alastor cluster. Fierce predators, they tore suns from the sky, leaving the worlds of their enemies to freeze in the dark. Now only the Galleons are left: living ships that sail the world river which girds Phaedra: Alastor 824. After the death of his father, Gunnar arrives on that ancient world, trying to find a new home. Having two girlfriends sounds like a good start, but Lavoine is the deeply tricky daughter of the last Voodoo queen, and Semele a fierce huntress who has sworn never to kiss a boy until she Walks with the Galleons. And now Lavoine is trying to wake up the Galleons and bring back the Elders…
On the Paladins of Vance label, Spatterlight publishes original works by authors who have given their own imagination free rein in the many wonderful worlds of the Grandmaster of fantasy & sci-fi. Tais Teng is a Dutch fantasy and science fiction writer, illustrator and sculptor. Tais has written over a hundred novels for both adults and children. He has won the Paul Harland Award, the Dutch Hugo, four times. With Phaedra: Alastor 824, Tais has written a personal homage to Vance, his guiding star.
By dint of a mispronounced spell, Cugel the Clever finds himself once again unceremoniously dumped by a winged demon onto the bleak far northern shores of the Sea of Cutz — the location of a fierce battle aeons past between the archmagician Simbilis and the hordes of the subworlds league. Vowing to exact comprehensive revenge from Iucounu, the Laughing Magician, Cugel sets forth on the long journey back to Almery.
Expecting potent magical gifts in recompense, Cugel swears fealty to Mumber Sull, the exiled Thane of Icthyll. Under the guttering blood-red sun, the two set off across the lands of the Dying Earth to obtain the aid of the legendary Simbilis. They must face cannibals, sorcery, demons, and all the other deadly and sinister creatures that populate the Earth in its final days…
In this — his first published novel — World Fantasy Award winner Michael Shea recounts the further adventures of Cugel the Clever with the permission of Jack Vance, author of The Eyes of the Overworld. Shea subsequently wrote his seminal Nifft the Lean stories, which are foreshadowed, in many ways, in the present work. Dan Temianka, author of The Jack Vance Lexicon, provides an introduction for this new edition, which sheds light upon Shea, Vance, and Temianka’s lifelong friendship with Michael Shea.
On the Paladins of Vance label, Spatterlight publishes original works by authors who have given their own imagination free rein in the many wonderful worlds of the Grandmaster of fantasy & sci-fi.
Twenty years ago, five master criminals known as the Demon Princes raided Mount Pleasant to enslave thousands of inhabitants in the lawless Beyond. Now Morwen Sabine, a daughter of captives, has escaped her cruel master and returns to Mount Pleasant to recover the hidden treasure she hopes will buy her parents’ freedom.
But Mount Pleasant has changed. Morwen must cope with mystic cultists, murderous drug-smugglers, undercover “weasels” of the Interplanetary Police Coordinating Company, and the henchmen of the vicious pirate lord who owns her parents and wants Morwen returned. So he can kill her slowly…
Barbarians of the Beyond is a return to “Jack Vance Space” and space-opera derring-do that follows in the science fiction Grandmaster’s footsteps.
On the Paladins of Vance label, Spatterlight publishes original works by authors who have given their own imagination free rein in the many wonderful worlds of the Grandmaster of fantasy & sci-fi.
Jack Vance is a Science Fiction and Fantasy Writers of America Grand Master, and winner of numerous sci-fi and fantasy awards spanning a 60-year career. His unparalleled knack for coining words is recognized among the traits which delight his readership.
In 1992, Daniel Temianka compiled Vance’s neologisms to date and published these in the Underwood-Miller first edition of The Jack Vance Lexicon, from Ahulph to Zipangote. The Lexicon had limited distribution and has become something of a Holy Grail for Vance collectors, rare copies changing hands only occasionally, for tidy sums.
After the first Lexicon Jack Vance wrote three major novels and an autobiography. In this second edition, now titled The Jack Vance Lexicon, from Abiloid to Zygage, Dan Temianka and a host of tireless Vance scholars close the work with another 160 entries, revising and re-indexing the 1800 items from the first edition. The Lexicon is the ultimate Jack Vance reader’s companion, available now conveniently to all as a Spatterlight edition.
The Vance Integral Edition made extensive use of the personal papers of Jack Vance, in particular his final manuscripts, as these contained Vance’s last word regarding the work as he intended it.
However, in the years since the VIE concluded in 2006, initial and intermediate drafts have also been studied, to shed light on Vance’s creative style and process. Vance was an unsentimental editor of his own work, and for the dedicated fan or scholar it is fascinating to see what he himself cut and altered exercising his craft as storyteller and wordsmith.
Nightlamp: an Outline is one revision short of being a finished work in its own right. In its present form, it is not free of blemishes, naming inconsistencies, occasional repetitions, and ideas not fully fleshed out, but is unmistakably the work of the Grandmaster — full of mordant observations on human nature and society, in characteristically graceful and ironic style.
Spatterlight is proud to present the first fruit from the Jack Vance archive. Nightlamp: an Outline is a behind-the-scenes snapshot of Vance’s draft work, intended for the student, archivist, completist, or serious enthusiast.
This second volume of the Backstage series completes the publication of the author’s outlines for his last four novels.
The outline for Ecce and Old Earth is the briefest, yet contains many of the plot points and most of the major characters of the finished novel.
As yet untitled, the outline for Cadwal III, to be called Throy, is more extensive relative to its final version than its predecessor. Most of the final plot is here, but perhaps of greatest interest is the characteristically wistful ending; many readers will regret its loss and be grateful for its preservation in this form.
Nearly 10 years will elapse between the initial outline for Ports of Call and its completion with Lurulu. Episodes not yet invented will be added, others will be discarded. Even the protagonist’s name will change.
Though not as extensive as that for Night Lamp, published in Volume 1 of the series, each of these synopses led finally to one of Vance’s most characteristic works. And of course they are well worth reading in their own right. They are after all by Jack Vance.
Albanderry’s Lords and their mascots have been protected since time immemorial by the magic spell of Grandmage Mentharch, a great wizard — but now a witch’s curse is eroding his mind! Only a dose of the witches’ own brew can save him, and Lord Benefice has less than a month to barter for it … from the witches themselves.
Dan Temianka is a man who loves words, that much can be said: ordinary words, forgotten words, invented words, these all add up to the colorful magnificence of language. Point proven: Dan is known as the author and editor of The Jack Vance Lexicon: from Abiloid to Zygage, wherein he compiles, references and explores all the neologisms that, like dust-motes caught in a sun-beam, sparkle in the works of that late Grandmaster of SF & Fantasy, famed for his linguistic inventiveness in the tradition of the Bard himself.
But Dan Temianka also has a way with words, as witnessed by The Witches’ Brew, a whimsical phantasmagorical tale wherein the age-old uneasy coexistence of wizards and witches of the Realm is upset, and Lord Gracewright Cantilouve Benefice, assisted by his faithful mascot Flick, must save the day … or face utter catastrophe! As the author suggests in his introduction to this first edition of The Witches’ Brew, this novel is not for the faint of heart or those who prefer their fantasy light and breezy. But those readers who enjoy chewing on words, and savoring the colors and richness of prose, will be in for a serious treat!
Credits: the incredible cover art and b/w interior illustrations are by the inimitable Tom Kidd. The map of The Realm was created by Andrew Kim.
Il grande maestro della fantascienza e del fantasy Jack Vance racconta la storia della sua vita!
Nel 1916 nasceva a San Francisco uno degli scrittori più prestigiosi del XX secolo: John Holbrook (Jack) Vance, conosciuto come “il paesaggista della fantascienza”. Le sue opere descrivono eventi, persone e luoghi in modo semplice e accurato, portando il lettore a immedesimarsi nella storia fino a diventarne il protagonista. Sono film, dove il regista scompare di proposito. Lo stesso Vance afferma: “Il più grande complimento che uno scrittore possa ricevere è che il lettore non sia conscio della sua presenza.”
Anche nell’autobiografia Vance non esprime giudizi e opinioni personali. Racconta la gioventù e i primi difficili anni, le esperienze lavorative, l’incontro con Norma, moglie e compagna di tutte le avventure, la nascita del figlio John, la passione per le barche e la musica jazz, i numerosi viaggi e le amicizie consolidate nel corso degli anni. Nonostante faccia di tutto per nascondersi ancora, proprio questa riservatezza rivela la sua profondità di pensiero. Finalmente riusciamo a conoscere Jack.
Accompagnano la narrazione le fotografie dell’archivio di casa Vance che si estende per quasi un secolo. Tutto è raccontato con ironia e spirito, e con una tale vitalità da vincere il premio Hugo nel 2010.
Tredici racconti rari e inediti, brillanti e arguti, dissacratori e divertenti, del grande Jack Vance.
Sette quadri sulla parete illustrano altrettanti strani universi. Ma se non fossero solo quadri? A volte esistono varchi su realtà vicine ma sconosciute, come quella da cui arrivano i rifugiati di un popolo sotterraneo, o che consentono tramite un semplice lavoro di bricolage di andare … da qualche altra parte. Magari sulla Luna, una Luna completamente diversa da quella che conosciamo oggi, o su altri pianeti dove si viene accolti da un cavaliere spaziale, o da un mostro a tre gambe, o da “umani domestici”, o da esseri coi quali occorre trovare, e in fretta, un modo di comunicare. Perché comunicare è la cosa importante, sia che si debba decidere qual è la “ragazza” meritevole del titolo di Miss Universo, con in gara esseri alieni di tutti i tipi, sia che si debba entrare nel cuore di una naufraga da un altro mondo, sia che si instauri un rapporto economico con un lattaio che nessuno ha mai visto.
Jack Vance è famoso per i suoi tanti romanzi, ma la sua arguzia, il suo humor, la sua originalità funzionano benissimo anche nei racconti brevi, piccole “stelle” che brillano nel firmamento di questo grande scrittore. E qualche volta cadono sulla Terra come meteore, magari sulla testa di un astronomo. Ma questa è un’altra storia.
Sommario:
Gli intrighi, le strane culture, i fantastici paesaggi alieni e i misteri del pianeta Cadwal in una tra le più riuscite creazioni di un grande maestro della fantascienza.
A metà lunghezza del Braccio di Perseo, un capriccioso refolo di gravitazione galattica ha imprigionato diecimila stelle spingendole via per la tangente, in un ricciolo con un vortice all’estremità. Questo è lo Sciame di Mircea. Sull’esterno del vortice, ad apparente rischio di volar via nel vuoto, c’è Syrene, una stella bianco-gialla di normale grandezza e luminosità. Syrene tiene intorno a sé tre pianeti fra i quali Cadwal, l’unico mondo abitato del sistema. Pianeta di incomparabile bellezza, Cadwal fu esplorato per la prima volta dalla Società Naturalistica Terrestre che lo pose sotto il vincolo di riserva naturale. Ma nei secoli la popolazione è cresciuta e si è divisa in due società: da una parte Stazione Araminta, che governa la conservazione del pianeta, e dall’altra gli strani Yips dell’Atollo di Lutween. Il giovane Glawen Cattuc sta per compiere sedici anni ed entrare nei ruoli attivi della società, ma un evento drammatico sconvolge la sua lineare esistenza: la sua fidanzata, Sessily Veder, sparisce improvvisamente. Per investigare sulla sua scomparsa Glawen è costretto ad avventurarsi tra gli strani rituali, le abitudini e i misteri che si nascondono nei fantastici paesaggi di Cadwal e che ne minacciano l’equilibrio.
Stazione Araminta: le cronache di Cadwal, volume 1
L’intrigo per sfruttare le risorse della riserva ecologica Cadwal porta sul continente selvaggio Ecce, e fin sul pianeta più misterioso di tutti: la Vecchia Terra.
Il pianeta Cadwal è un paradiso ecologico, protetto e amministrato dalla Società Naturalistica. Ma c’è chi vorrebbe aprirlo al commercio e sfruttarne le risorse: una cospirazione alla quale si oppone Glawen Clattuc.
Mentre Glawen deve recarsi sul continente selvaggio di Cadwal, Ecce, per cercare di liberare suo padre Scharde, la sua amata Wayness Tamm è alla ricerca di documenti fondamentali sulla proprietà del pianeta, che la porteranno sulla Vecchia Terra, fino a un negozietto in una magica e misteriosa Trieste del futuro descritta da Jack Vance in modo indimenticabile.
Il secondo romanzo del ciclo di Cadwal, uscito in Italia originariamente col titolo I segreti di Cadwal, riconferma il fascino della scrittura del più grande costruttore di mondi della fantascienza, Jack Vance.
Ecce e la Vecchia Terra: le cronache di Cadwal, volume 2
Dopo Stazione Araminta e Ecce e la Vecchia Terra ecco il romanzo conclusivo della trilogia di Cadwal.
Cadwal: un pianeta tanto unico e splendido da essere stato affidato alla Società Naturalistica e protetto dalla colonizzazione. Mille anni dopo Glawen Clattuc, nuovo comandante di Stazione Araminta, ha ottenuto una nuova Carta per la conservazione del pianeta. Ma le sue avventure non sono ancora terminate, anzi il pianeta continua a essere scosso da tensioni senza precedenti. Come gli oceani che separano i tre continenti Ecce, Deucas e Throy, tra le fazioni in lotta ci sono differenze invalicabili: c’è chi spinge per tenere schiavi gli strani Yips e chi vuole riportare il pianeta alla sua condizione originaria. Tra questi c’è Glawen Clattuc, che deve anche scovare l’ultimo nascondiglio dei cospiratori fra i mondi dello Sciame di Mircea. Ma soprattutto ha una missione molto personale da compiere, un obiettivo che persegue da vent’anni e che ora forse è alla sua portata: scoprire chi ha ucciso sua madre.
Dopo la fine dell’Impero Romano e prima delle vicende di Re Artù e della Tavola Rotonda, in un’epoca al confine tra la storia e la leggenda, a sud delle Isole Britanniche si trovavano le Isole Elder. Prima di essere sommerse per sempre dalle tumultuose acque dell’Oceano Atlantico queste terre erano la dimora di folletti e di principesse, di re bizzosi e valorosi cavalieri, di vecchie streghe e di malvagi furfanti, ricche di palazzi dall’architettura fine e delicata e di magnifici giardini, scenari di intrighi misteriosi e di terribili incantesimi.
In queste isole, nel regno di Lyonesse, viveva la principessa Suldrun, figlia del re Casmir e della regina Sollace d’Aquitania. Una principessa bellissima ma triste e solitaria in un mondo crudele e violento. Quando un giorno Suldrun scoprì il corpo di un giovane rigettato sulla spiaggia dalle possenti correnti dell’Atlantico non solo il suo destino, ma quello di tutte le Isole Elder sarebbe cambiato per sempre.
Au cours d’une carrière qui s’étale sur plus de soixante ans, Jack Vance a produit une œuvre considérable tant en quantité qu’en qualité, avec nombre de chefs-d’œuvre tels que la Geste des Princes-Démons, Lyonesse, La Terre Mourante, Tschaï, les Chroniques de Durdane et celles de Cadwal… la liste est trop longue pour être dressée ici. Grand Maître incontesté de la SF, il a inspiré de nombreux écrivains qui lui ont rendu de vibrants hommages (Gene Wolfe, Dan Simmons, George R.R. Martin…). Mais il est toujours resté relativement discret sur lui-même, un de ses principes étant que l’auteur doit se faire oublier afin que le lecteur profite au maximum de son œuvre…
Cela étant, dans les dernières années de sa vie, il a accepté de se confier, et il a dicté ses souvenirs à son ami Jeremy Cavaterra. Vous allez pouvoir découvrir Vance l’homme, au travers duquel vous percevrez, ici et là, Vance l’écrivain. Souvenirs d’enfance, de jeunesse, études, grands voyages et aventures, famille, amis et connaissances, passion pour le jazz et les voiliers… Un personnage remarquable qui a eu la chance, dit-il, de vivre une période intéressante… et nombre de ses expériences se sont retrouvées dans ses livres, pour notre plus grand bonheur.
Cette autobiographie a valu à Vance un prix Hugo en 2010.
Noel Hutson, un jeune Américain épris d’aventures, a accepté de transporter une cargaison d’armes destinées aux combattants du FLN. Il part avec son camion dans le désert marocain, jusqu’à la frontière algérienne… et plus personne n’entend parler de lui. Son frère Darrell débarque des États-Unis à Tanger, afin de retrouver sa trace. Malheureusement, il n’est pas le seul à s’intéresser à Noel et à sa précieuse cargaison, et il va se trouver entraîné dans un faisceau d’intrigues impliquant des terroristes et des trafiquants de drogue… sans compter une idylle avec une jeune femme déterminée qui pourrait bien représenter le plus grave danger pour sa vie…
Quatre des romans policiers publiés par Jack Vance sous son nom sont restés inédits à ce jour en français… Un oubli impardonnable, désormais réparé par Spatterlight qui va les publier dans la série des «Mystères inédits de Jack Vance». L’homme en cage est le premier titre.
Le Grand Maître s’est vu décerner un prix Edgar-Allan-Poe pour cette histoire haletante d’un homme qui se bat pour obtenir justice et échapper à la mort dans des terres exotiques…
Ses études terminées—ou plutôt écourtées—, Betty Haverhill embarque à San Francisco sur un cargo à destination de l’Italie, avec escale à Los Angeles, El Salvador et Panama. Son amoureux éconduit, Ted, se joint à la croisière dans l’espoir de regagner ses faveurs, et aussi de la protéger des sinistres visées d’un autre passager, Mik Finsch. Et voilà que Ted disparaît en mer, laissant derrière lui un mot d’adieu tapé à la machine… Cela ressemble fort à un meurtre, et la jeune Betty va devoir élucider le mystère, car elle est la principale suspecte.
Le Grand Maître Jack Vance a concocté une énigme policière de type classique, dans laquelle une jeune héroïne mène l’enquête au rythme de l’inimitable prose vancienne. Sombre Océan est le troisième volume de la série des Mystères inédits de Jack Vance publiée par Spatterlight.
Alors qu’il effectue des recherches océanographiques à Tahiti, Luke Royce survit à une tentative de meurtre. Il découvre l’identité de son agresseur, mais pas son mobile. Y aurait-il un rapport avec la fabuleuse fortune de son cousin Brady? Pour en avoir le cœur net, il décide de suivre son assassin en puissance à travers les îles de la Polynésie, sur une vieille goélette à destination des îles Marquises. Au milieu de paysages enchanteurs et d’une végétation luxuriante, au son des guitares et des chants, c’est en fait l’ombre de la mort qui rôde…
Les Îles de la mort est le deuxième volume de la série des Mystères inédits de Jack Vance publiée par Spatterlight. Après les paysages arides du désert marocain dans L’homme en cage, place à l’exotisme des îles du Pacifique, avec un tueur implacable et de jeunes femmes mystérieuses comme Vance sait si bien les imaginer…
Quand on lui propose de passer quelques semaines à Positano, logé, nourri, blanchi et payé 10000 lires par jour, rien que pour faire des croquis au fusain de ce pittoresque village italien, Chuck Musgrave n’hésite pas un instant : ce sera toujours mieux que d’essayer de vendre ses dessins aux touristes de Rome ! Mais quelques heures à peine après son arrivée, il se rend compte que l’affaire n’est pas aussi idyllique qu’il le croyait : Positano est peuplé de drôles de gens, avec de drôles de secrets… dont certains sont mortels.
Voici le quatrième volume des Mystères inédits de Jack Vance. Après le désert marocain de L’homme en cage, les lagons polynésiens des Îles de la mort et l’immensité du Pacifique dans Sombre Océan, le Grand Maître nous invite à goûter les délices de la côte napolitaine. À déguster sans modération…
Après seize années passées en prison pour un crime dont il se dit innocent, Ausley Wyett est libéré sur parole et retourne dans sa ferme natale. Cet événement n’est pas sans conséquences pour les habitants du comté de San Rodrigo, en Californie. Les cinq hommes dont les témoignages ont abouti à la condamnation de Wyett reçoivent de lui des lettres de menaces, et sont victimes l’un après l’autre d’accidents mortels. Mais s’agit-il vraiment d’accidents? Pour Joe Bain, shériff seulement par intérim, la tâche est ardue: il doit mener sa campagne pour être élu shériff, élucider le mystère de ces accidents — et empêcher les citoyens en colère de lyncher Wyett…
La première traduction française de cet ouvrage, parue en 1992, a été considérablement remaniée afin de se rapprocher davantage du contenu et du style de l’œuvre dans sa langue d’origine.
Charmants Voisins : Quel bonheur d’habiter dans Madrone Way, une petite rue chic dans la banlieue de Pleasant Grove, avec ses belles maisons entourées de verdure… Mais comme toujours, le problème, c’est les voisins, surtout lorsque l’un d’eux se met à tuer les résidents à coups de marteau. Le shériff Joe Bain en perd son latin, comme peut l’écrire le journaliste Howard Griselda dans ses éditoriaux incendiaires.
Après Un plat qui se mange froid, on retrouve ici le merveilleux cadre du comté de San Rodrigo et un mystère policier bien ficelé. La première traduction française de cet ouvrage, parue en 1992, a été considérablement remaniée afin de se rapprocher davantage du contenu et du style de l’œuvre dans sa langue d’origine.
Triple meurtre à Riverview : il s’agit du synopsis d’un troisième Joe Bain, que Vance n’a pas réussi à placer chez son éditeur. Au-delà de l’intrigue, il présente le grand intérêt de montrer le travail de l’auteur, avec certains chapitres développés et d’autres très succincts. On ne peut qu’imaginer ce qu’aurait été le résultat final, et regretter que le projet n’ait pas abouti ! Première parution en français.
Gravement brûlé dans un accident de scooter, le jeune Robert Struve est affreusement défiguré. Faute d’argent, il doit se résigner à être un monstre dans la société, exposé aux humiliations et aux rejets. Au cours d’une soirée, il se rebiffe contre les moqueries de quatre jeunes filles, la situation dégénère… et il est envoyé dans un centre de rééducation. Une opération de chirurgie réparatrice lui permet de changer de visage. Il s’engage dans l’armée et disparaît de la circulation. Quelques années plus tard, dans sa ville natale, l’une des jeunes filles est assassinée et son visage mutilé. Puis une deuxième. Et une troisième… Mais qui peut donc bien être l’assassin ?
Premier roman policier jamais écrit par Vance, et resté jusqu’ici inédit en français, Le Masque de chair contient en germe des éléments vanciens récurrents tels que le héros surmontant les coups du sort, l’injustice et la cupidité, ou encore le thème de la vengeance.
Fille d’un couple de missionnaires au Japon, Luellen, âgée de huit ans, se retrouve orpheline à la fin de la guerre. Elle est recueillie à San Francisco par son odieuse tante Flora et son « gentil » oncle Maurice — qui se montre quand même un petit peu trop affectueux… Quant à ses deux cousins, il est difficile d’imaginer plus bêtes et méchants. La petite Lulu en viendrait presque à regretter le camp de concentration japonais où elle a séjourné… De tragiques circonstances lui valent d’être injustement accusée de meurtre et enfermée dans un centre de rééducation jusqu’à sa majorité. Quand elle en sort, elle est bien décidée à se venger de ceux qui lui ont gâché sa jeunesse, et déploie pour cela des trésors d’inventivité. Oui, vraiment, une bien méchante fille…
Initialement publiée sous le titre « Professeur Poltron », puis rééditée sous le titre « Méchante Fille », la traduction française de ce roman a été ici considérablement remaniée afin de la rendre plus conforme au style et au contenu de l’œuvre originale.
Paul Gunther est un jeune homme branché. Grand amateur de jazz, de jolies filles, de belles voitures et de bon whisky, il fréquente assidûment les soirées où se retrouvent beatniks, musiciens, artistes et étudiants de Berkeley. Le jour, il est assistant social dans West Oakland, un quartier à majorité noire dont une bonne partie des habitants vivent des allocations — certains en fraudant. Or, un certain Mr Big fait justement chanter ces fraudeurs en menaçant de les dénoncer. Paul est chargé par son patron de tenter d’en savoir plus sur cette situation. Quelques jours plus tard, on le retrouve égorgé dans une maison délabrée de Lily Street. Le lieutenant Shaw de la police d’Oakland est chargé de l’enquête. Qui est le mystérieux Mr Big ? Qui était vraiment Paul ? Que faisait-il dans cette maison de Lily Street ? Shaw va avoir bien du mal à découvrir la vérité, car Noirs ou Blancs, tout le monde ment…
Initialement publiée en 1983, la traduction française de ce roman a été ici considérablement remaniée afin de la rendre plus conforme au style et au contenu de l’œuvre originale.
Située dans la baie de San Francisco au large de Monterey, l’Île aux Oiseaux est un endroit idyllique avec ses plages, ses criques, ses collines rocheuses et son vieil hôtel pittoresque. Justement, cet hôtel est un peu trop vieux, et son propriétaire, Mr Coves, doit se résoudre à vendre des parcelles de son île afin de financer sa rénovation et son agrandissement. Mais on ne choisit pas toujours ses acheteurs, et c’est une faune bien étrange qui débarque sur l’île : un vieux trappeur de l’Alaska chasseur de baleines, un photographe amateur de nus artistiques, un repris de justice à la mine patibulaire, un jeune poète spécialisé dans les cartes de vœux, sans oublier un explorateur accompagné de son babouin familier et un chat qui adore le fromage… C’en est bien fini de la tranquillité sur l’Île aux Oiseaux !
Jack Vance nous livre ici une comédie sur fond d’intrigue policière, fortement teintée d’humour à la P.G. Wodehouse, à qui il vouait une admiration sans bornes. Ce roman conclut la série des « Mystères inédits de Jack Vance », six romans policiers du maître qui n’avaient jamais encore été traduits en français, regrettable situation à laquelle Spatterlight a heureusement remédié…
Ronald Wilby est un adolescent de 17 ans un peu ingrat, intello, marginal. Obsédé par les filles, il n’a guère de succès auprès d’elles. Après avoir été éconduit par la belle Laurel Hansen, Ronald ne trouve rien de mieux que de s’en prendre à une fillette de 11 ans, qu’il viole puis qu’il étrangle. « C’était un accident ! », jure-t-il à sa mère à qui il avoue tout. Comme la police le recherche, elle lui aménage une cachette dans la grande demeure victorienne où ils habitent.
Dans sa tanière, Ronald est comme un coq en pâte. Fini le lycée, les corvées, les responsabilités ! Il peut se consacrer à son passe-temps favori : l’élaboration d’un monde imaginaire, Atranta.
Malheureusement, sa mère meurt brutalement, et Ronald se retrouve seul… mais pas pour très longtemps : une famille emménage, avec trois ravissantes adolescentes de 13, 15 et 17 ans… Tel un renard caché au milieu du poulailler, Ronald attend patiemment qu’une poulette passe à sa portée…
Il s’agit du roman policier le plus achevé et le plus angoissant de Jack Vance, avec le portrait glaçant d’un jeune psychopathe. Spatterlight publie ici une traduction entièrement nouvelle du roman précédemment publié en 1979 sous le titre « Méchant Garçon », et qui avait obtenu le prix Mystère de la critique en 1980.
Au cours des années consacrées à la restauration et à la publication de l’œuvre intégrale de Jack Vance en anglais (Projet VIE, 1999-2005, 44 volumes), de nombreux documents ont été rassemblés, et d’autres découverts encore récemment dans les Archives d’Oakland : manuscrits, tapuscrits et épreuves de correction, parmi lesquels figurent des ébauches, esquisses, synopsis et prototypes dont certains ont débouché sur une publication définitive. Compte tenu de la quantité et de l’intérêt de ces matériaux, qui éclairent un peu mieux sur le travail « secret » du Grand Maître, l’idée nous est venue de les rassembler en une collection intitulée « Les Coulisses de Jack Vance ».
Voici donc le premier volume, « Ébauches et Synopsis ». Six textes qui offrent une bonne entrée en matière, avec une belle palette de genres : SF, fantasy, humour, jazz et policier. Ils ont tous la particularité de n’avoir jamais abouti à une œuvre publiée. À nous, lecteurs, d’exercer notre imagination et de rêver à ce qu’aurait pu être le résultat final !
Table des matières :
Et en plus : avant-propos, préface, et 13 pages de documents annexes.
Spatterlight is een Uitgeverij Nieuwe Stijl. We maken topkwaliteit print-on-demand paperbacks en netjes verzorgde e-boeken. Allemaal online te koop; geen voorraden, geen verspilling. Lekker groen bezig dus.
De focus van Spatterlight ligt initieel op het werk van Jack Vance, maar eigenlijk deinzen we nergens voor terug. Getuige waarvan onze heruitgaven van een aantal SF&F genreklassiekers, alsook een select aanbod van nieuw werk. Commerciële voorstellen welkom.
Spatterlight is ook een Fair Trade uitgever. Dat betekent: geen voorschotten, maar de winst wordt 50-50 gedeeld met de eigenaar van het gepubliceerde werk.
Als literair agent beheert Spatterlight wereldwijd de publicatierechten voor Jack Vance. Ons doel is om zoveel mogelijk Vance titels in zoveel mogelijk talen aan nieuwe generaties lezers aan te kunnen bieden.
Resultaat van drie jaar activiteit: tientallen nieuwe Vance edities bij onder andere Nederlandse, Engelse, Franse, Spaanse, Italiaanse, en Portugese uitgeverijen. Role playing games en bordspellen, en ook op stripgebied roert zich een en ander.
De mediatak van Spatterlight is vooral actief op YouTube waar we een aantal promovideo’s voor de Engelse Vance boeken hebben neergezet, maar je vindt er ook een opname van de legendarische paneldiscussie met een heel spraakzame Jack op Norwescon in 2002.
Spatterlight opereert onder de bezielende leiding van Koen Vyverman & John H. Vance Jr.
Ontvang onze (bij benadering) maandelijkse nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze nieuwe uitgaven, wetenswaardigheden rondom Vance, initiatieven, evenementen, en speciale promotie acties. Weer afmelden kan altijd via de link onderaan iedere niewsbrief…